Sony Z1 1276-2646 Benutzerhandbuch

Produktcode
1276-2646
Seite von 132
Een DMR-apparaat kan bijvoorbeeld een tv zijn met een DLNA-functie of een pc waarop
Windows® 7 of hoger draait.
De instellingen voor het inschakelen van de Digital Media Renderer kunnen variëren afhankelijk
van het gebruikte apparaat. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het respectievelijke
apparaat voor meer gedetailleerde informatie.
Inhoud met Digital Rights Management (DRM) kan niet worden afgespeeld op een Digital
Media Renderer apparaat met DLNA™-technologie.
Foto's of video's van uw apparaat op een DMR-apparaat weergeven
1
Controleer of u het DMR-apparaat correct hebt ingesteld en dat het verbonden is
met hetzelfde Wi-Fi® -netwerk als uw apparaat.
2
Tik in het Startscherm op  .
3
Tik op Album .
4
Blader naar en open het bestand dat u wilt bekijken.
5
Tik op het scherm om de werkbalken weer te geven, tik op   en selecteer een
DMR-apparaat waarmee u uw content wilt delen. De geselecteerde bestanden
worden in chronologische volgorde afgespeeld op het geselecteerde apparaat.
6
Als u de verbinding met het DMR-apparaat wilt verbreken, tikt u op   en
selecteert u uw apparaat. Het bestand stopt met afspelen op het DMR-apparaat,
maar blijft afspelen op uw apparaat.
U kunt ook een video delen uit de applicatie Films op uw apparaat door op de video te tikken
en vervolgens op   te tikken.
Een muziek-track vanaf uw apparaat op een DMR-apparaat afspelen
1
Controleer of u het DMR-apparaat correct hebt ingesteld en dat het verbonden is
met hetzelfde Wi-Fi® -netwerk als uw apparaat.
2
Tik op uw Startscherm op  , ga naar WALKMAN en tik hierop.
3
Selecteer een muziekcategorie en blader naar de track die u wilt delen. Tik
vervolgens op de track.
4
Tik op   en selecteer een DMR-apparaat waarmee u uw inhoud wilt delen. De
track speelt automatisch af op het geselecteerde apparaat.
5
Als u de verbinding met het DMR-apparaat wilt verbreken, tikt u op   en
selecteert u uw apparaat. De track stopt met afspelen op het DMR-apparaat,
maar blijft afspelen op uw apparaat.
NFC
Gebruik Near Field Communications (NFC) om gegevens te delen met andere apparaten,
zoals een video, foto, adres van een webpagina, muziekbestand of contacten. U kunt
NFC ook gebruiken om tags te scannen die u meer informatie geven over een product of
dienst en om tags te scannen die bepaalde functies op het apparaat activeren.
NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter, dus de
apparaten die gegevens delen moeten dicht bij elkaar worden gehouden. Voordat u NFC
kunt gebruiken, moet u de functie NFC eerst inschakelen en het scherm van het
apparaat moet actief zijn.
NFC is mogelijk niet beschikbaar in alle landen of regio's.
De NFC-functie inschakelen
1
Tik op het Startscherm op  .
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer….
3
Schakel het selectievakje NFC in.
93
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.