Philips SLA5520/00 User Manual

Page of 40
NL
36
SCART
Een soort connector dat wordt gebruikt om videokabels aan te sluiten op een apparaat.
Server
Een server is vergelijkbaar met een pc
Alleen wordt deze voor professionele doeleinden gebruikt.
Bijvoorbeeld
– Web-server (b.v. www.philips.com)
Bijvoorbeeld
– DNS-server
Software
Toepassing die werkt op een apparaat of op een pc.
Software kan worden bijgewerkt zodat deze nieuwe functies kan bieden.
Bijvoorbeeld
– Philips Media Manager.
Bijvoorbeeld
– Windows.
SSID
Zie netwerknaam.
Afkorting
– Service Set Identifier
Statische IP
Wordt soms gebruikt door ervaren gebruikers.
Een methode om productidentificatienummers toe te wijzen aan apparaten. 
Als statische IP is ingeschakeld, moeten de productidentificatienummers
handmatig worden toegewezen.
Streaming
De groep acties die apparaten nodig hebben om inhoud van de ene locatie naar de
andere te transporteren.
Bijvoorbeeld
– Het lezen van muziek vanaf een harde schijf, het delen ervan op het
netwerk, het decoderen ervan (zie codec) op de SLA5520 en het
beluisteren van de muziek via het audiosysteem.
Subnet Mask
De identificatie van het mogelijke productidentificatienummer (IP-adressen) dat kan
worden gebruikt in een netwerk. Bestaat uit een reeks cijfers (0 tot en met 255) en
punten: xxx.xxx.xxx.xxx.
Bijvoorbeeld – 255.255.255.0
Tekstinvoer zoals bij SMS
Een methode die wordt toegepast om tekst in te voeren met de afstandsbediening.
Vergelijkbare methodes voor tekstinvoer zijn vaak mogelijk bij mobiele telefoons.
Bijvoorbeeld
– De cijfertoets 2 loopt door 2abcABC.
TKIP
TKIP is het meest gebruikte subtype van het beveiligingstype WPA.
Zie beveiligingstype.
Zie WPA
Afkorting – Temporal Key Integrity Protocol
Toegangspunt
Zie basisstation.
UPnP
De taal die apparaten gebruiken om te communiceren. De pc is vaak de 
UPnP-server. De SLA5520 is de UPnP-client en het UPnP-controlepunt.
Vergelijkbaar met – Uw plaatselijke taal.
Afkorting – Universal Plug and Play.
UPnP-client
Een UPnP-clientapparaat maakt verbinding met een UPnP-server. Het apparaat kan
muziek, foto’s en/of films afspelen.
Bijvoorbeeld – Zie www.philips.com voor producten die geschikt zijn voor UPnP.
UPnP-controlepunt
Een UPnP-controlepunt is in staat om een UPnP-server te verbinden met een
UPnP-client. Het kan de weergave starten, pauzeren en stoppen op UPnP-
clientapparaten. UPnP-controlepunten zijn meestal ingebed in UPnP-clients.
Bijvoorbeeld – De gebruikersinterface van het apparaat.
UPnP-server
Een UPnP-server is in staat inhoud te streamen naar een UPnP-client.
Een UPnP-server hoeft niet noodzakelijk een pc te zijn.
Bijvoorbeeld – Harde schijf met een directe verbinding met het netwerk, die dienst
doet als een UPnP-server.
Bijvoorbeeld – Philips Media Manager.