Lufft Opus 20 THI PoE Temperature, Humidity Data Logger 8120.01 Data Sheet

Product codes
8120.01
Page of 9
 
NL 
Gebruiksaanwijzing datalogger 
 
5.  Voorbereiding voor gebruik 
5.1. 
Software 
5.1.1.  Systeemeisen 
Voordat  u  uw  datalogger  kunt  instellen  en  gebruiken,  moet 
eerst  de  SmartGraph  software  worden  geïnstalleerd  op  een 
PC die minimaal voldoet aan de volgende eisen. 
Besturingssysteem: 
•  Windows XP SP 3 of hoger (32-bits of 64-bits) 
•  Windows Vista (32-bits of 64-bits) 
•  Windows 7 (32-bits of 64-bits) 
Hardware: 
•  Snelheid processor minimaal: 1,0 GHz 
•  CD-romspeler 
•  USB- of RJ45-aansluiting 
•  Geheugen minimaal 512 MB 
•  4 GB harde schijf 
•  Adobe Acrobat Reader software 
 
5.1.2.  Installatie van SmartGraph 
Plaats  de  CD-rom  in  speler  van  uw  PC  en  installeer  de 
software volgens de aanwijzingen op het scherm 
 
5.1.3.  Voordat u de datalogger instelt 
Sluit  de  datalogger  met  de  meegeleverde  USB-kabel  aan  op 
uw  PC.  De  datalogger  wordt  automatisch  herkend  door 
Windows.  
Als  de  netwerkfunctie  actief  is,  kunt  u  uw  datalogger  ook 
instellen  via  uw  lokale  netwerk  (LAN-verbinding)  Raadpleeg 
hoofdstuk 6.2.2 voor meer informatie over de netwerkfunctie. 
Start  SmartGraph.  Het  programma  herkent  automatisch  de 
aangesloten  datalogger  en  toont  een  lijst  met  bestaande 
dataloggers. De datalogger is klaar om ingesteld te worden via 
de software. 
U vindt alle informatie over het gebruik van de software in de 
software-handleiding.  Deze  is  beschikbaar  via  de  helpfunctie 
van SmartGraph. 
Functies van de professionele versie. 
In  de  handleiding  leest  u  ook  hoe  u  kunt  overstappen  op  de 
professionele versie van SmartGraph (een stap hoger dan de 
licentie bij het apparaat). 
6.  Bediening 
De  PC-software  SmartGraph  is  de  centrale  plaats  voor  de 
instelling  van  uw  datalogger.  Geavanceerde  instellingen  voor 
de  werking  en  de  weergave  kunnen  uitsluitend  met  behulp 
van de software worden gedaan. 
Basisinstellingen kunt u direct op de datalogger uitvoeren met 
behulp van de selectietoets voor de mode. 
De  selectietoets  voor  de  mode  kan  via  de  software  worden 
geblokkeerd. Het is dan niet langer mogelijk om de datalogger 
in stellen via de selectietoets voor de mode. 
6.1. 
Starten en stoppen 
Als  de  datalogger  normaal  van  spanning  is  voorzien,  is  het 
niet  mogelijk  deze  uit  te  schakelen.  De  datalogger  kan 
eventueel  wel  in  een  energiezuinige  mode  werken  (M1),  wat 
betekent  dat  meten,  tonen  en  loggen  niet  actief  zijn.    In  het 
volgende  hoofdstuk  worden  de  vier  werkingsmodes  van  de 
datalogger nader uitgelegd. 
6.2. 
Basisinstellingen en werkingsmodes 
Met  de  selectietoets  op  de  datalogger kunt u 
zeven  basisinstellingen  wijzigen:  selecteren 
van 
een 
van 
de 
vier 
beschikbare 
werkingsmodes,  netwerkfunctie  activeren, 
instellingen  resetten  en  het  geluidssignaal 
inschakelen. 
Klik kort op de selectietoets voor de mode om 
de actuele werkingsmode op te vragen. 
Druk  nogmaals  kort  op  de  selectietoets  voor 
de 
mode 
om 
door 
de 
verschillende 
instellingsmodes te bladeren 
De  geselecteerde  mode  blijft  vier  seconden 
zichtbaar. Gedurende deze periode kunt u uw 
selectie bevestigen. 
Tijdens  deze  periode  knippert  linksonder  op 
het scherm de geselecteerde mode (M1, M2, 
M3, M4, M51, M52, M53). 
Houd  om  te  bevestigen  de selectietoets  voor 
de mode lang ingedrukt (1 seconde). 
 De datalogger gaat over in de geselecteerde 
mode. 
Als de selectie niet binnen 4 seconden wordt 
bevestigd,  dan  verlaat  de  datalogger  de 
instellingsmode en keert hij terug naar de oude weergave. 
 
6.2.1.  De vier werkingsmodes  
 
Werkingsmode M1 
 
 
 
 
Mode M1 selecteren 
  Weergave in mode M1 
 
De datalogging is uitgeschakeld. Er wordt OFF getoond op de 
tweede weergaveregel en de indicatie STOP verschijnt. 
In 
deze 
werkingsmode 
(fabrieksinstelling) 
is 
het 
elektriciteitsverbruik  minimaal,  want  het  apparaat  meet  niets 
en geeft geen metingen weer. 
 
 
 
 
 
Werkingsmode M2