Sony Z1 Compact 1280-3659 User Manual

Product codes
1280-3659
Page of 132
Een Smart Connect-gebeurtenis aanmaken
1
Tik op uw Startscherm op  , ga naar   en tik hierop.
2
Als u Smart Connect voor het eerst opent, tik dan op OK om het
introductiescherm af te sluiten.
3
Tik in het tabblad Gebeurtenissen op  .
4
Als u voor het eerst een gebeurtenis maakt, tikt u opnieuw op OK om het
introductiescherm af te sluiten.
5
Voeg voorwaarden toe waaronder u de gebeurtenis wilt activeren. Een
voorwaarde kan zijn de verbinding met een accessoire of een bepaald
tijdsinterval, of beide.
6
Tik op   om verder te gaan.
7
Voeg toe wat u wilt dat er gebeurt wanneer u verbinding met een accessoire
maakt en stel andere instellingen naar wens in.
8
Tik op   om verder te gaan.
9
Geef een naam aan de gebeurtenis en tik op Voltooi..
Om een Bluetooth®-accessoire toe te voegen, moet u die eerst koppelen met uw apparaat.
Een Smart Connect-gebeurtenis bewerken
1
Start de applicatie Smart Connection.
2
Tik in het tabblad Gebeurtenissen op een gebeurtenis.
3
Als de gebeurtenis is uitgeschakeld, sleep dan de schuif naar rechts om deze in
te schakelen.
4
Tik op Bewerken en wijzig de instellingen als gewenst.
Een gebeurtenis verwijderen
1
Start de applicatie Smart Connection.
2
Houd op het tabblad Gebeurtenissen de gebeurtenis aangeraakt die u wilt
verwijderen en tik vervolgens op Gebeurtenis verwijderen.
3
Tik op Verwijderen om uw keuze te bevestigen.
U kunt ook de gebeurtenis openen die u wilt verwijderen en op   > Gebeurtenis verwijderen >
Verwijderen tikken.
Apparaten beheren
Gebruik de applicatie Smart Connect voor het beheren van een aantal handige
accessoires die u kunt aansluiten op uw apparaat, inclusief SmartTags, SmartWatch
en Smart Wireless Headset pro van Sony. Smart Connect downloadt de benodigde
applicaties en vindt applicaties van derden als die beschikbaar zijn. Apparaten die
eerder zijn aangesloten, worden weergegeven in een lijst waarmee u meer informatie
krijgt over de functies van elk apparaat.
Een accessoire koppelen en aansluiten
1
Start de applicatie Smart Connection. Als u Smart Connect voor het eerst
opent, tikt u op OK om het introductievenster te sluiten.
2
Tik op Apparaten en vervolgens op  .
3
Tik op OK om te beginnen met zoeken naar apparaten.
4
In de lijst met zoekresultaten tikt u op de naam van het apparaat dat u wilt
toevoegen.
De instellingen voor een aangesloten accessoire afstellen
1
Koppel en sluit het accessoire aan op uw apparaat.
2
Start de applicatie Smart Connection.
3
Tik op Apparaten en tik vervolgens op de naam van het aangesloten
accessoire.
4
Stel de gewenste instellingen in.
110
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.