Conrad 16-Channel Running Light Controller Module 190486 Data Sheet

Product codes
190486
Page of 80
68
In het hiervolgende rekenvoorbeeld wordt van een 3-cellige LiPo-accu uitgegaan, die als
aandrijfaccu in een model wordt gebruikt. Als u een 2- of 4-cellige LiPo-accu of een NiCd- of
NiMH-accu gebruikt, dan moet de nominale spanning van de accu als bedrijfsspanning (UB)
worden aangetrokken. Bij stationair gebruik berekent u de voorweerstand met de nominale
spanning van de netadapter.
Tip uit de praktijk:
Ook wanneer de nominale spanning van een 3-cellige LiPo-accu 11.1V bedraagt,
mag u voor de berekening van de voorweerstand met een bedrijfsspanning van 12
V werken, omdat de klemspanning van een pas opgeladen 11,1 V LiPo-accu
duidelijk boven de 12 V ligt.
Rekenvoorbeeld:
We nemen aan dat de gebruikte lichtdiode een stroomspanning van 2,6 V en een stroom-
opname van 20 mA heeft.
In de eerste rekenstap moet eerst de spanning die op de voorweerstand moet afvallen, worden
uitgerekend:
12 V – 2, 6 V = 9,4 V
Als u twee gelijke dioden na elkaar wilt schakelen, dan moet 2 x 2,6 V = 5,2 V van
de bedrijfsspanning 12 V worden afgetrokken.
Nu kan volgens de Wet van Ohm R = U : I de voorschakelweerstand Rv worden berekend:
Rv = 9,4 V : 0,02 A = 470 Ohm
Met de vermogensformule P = U x I kan het vermogen worden berekend die de voorschakel-
weerstand moet uithouden:
9,4 V x 0,02 A = 0,188 W
Een weerstand met 470 Ohm en een vermogen van ¼ W (0,25 W) zou daarom voldoende zijn.
Belangrijk!
Let bij het aansluiten van de LED’s op de correcte polarisering van de aansluit-
leidingen, aangezien LED’s de stroom maar in een richting doorleiden.