Lappkabel Flasher red in-/outdoor stroboscope 752240 Data Sheet

Product codes
752240
Page of 2
Alarmflitslicht rood, 12 VDC
Version 11/02
Bestnr. 75 22 40
°
Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit alarmflitslicht. Met dit optische signaalap-
paraat hebt u een product aangeschaft dat volgens de huidige stand van de tech-
niek is gebouwd.
Het alarmflitslicht is op EMC en veiligheid getest en voldoet hiermee aan de
voorwaarden van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De conformi-
teit werd aangetoond; de overeenkomstige verklaringen en documenten zijn
bij de fabrikant gedeponeerd.
Om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te
garanderen, moet u als gebruiker deze gebruiksaanwijzing opvolgen!
Bij vragen kunt u zich wenden aan onze Technische helpdesk:
Nederland: 
Tel. 
053-428 54 80
Fax 
053-428 00 28
e-mail: helpdesk@conrad.nl
Ma. t/m do. van 8:30 tot 20:00 uur 
Vr.
van 8:30 tot 18:00 uur
Voorgeschreven gebruik:
• Gebruik in combinatie met een vaste alarminstallatie met een 12-VDC-alarmuit-
gang. De alarmuitgang moet minimaal 0,5 A belastbaar zijn. Het gebruik in voer-
tuigen is volgens de verkeersvoorschriften niet toegestaan.
• Montage en gebruik buiten (overdekt) mogelijk.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van
het apparaat. Bovendien kunnen hierdoor gevaarlijke situaties ontstaan, zoals bijv.
kortsluiting, brand, elektrische schokken enz. Aan het complete product mag niets
worden veranderd, het mag niet worden geopend, resp. omgebouwd! 
De veiligheidsaanwijzingen moeten absoluut in acht worden genomen.
Bedieningselementen
1 Drie bevestigingsstrips met elk 5 mm boringsdiameter
2 Kabel, 0,5 m lang, 2 x 0,75 qmm
3 Rode afdekking met schroefdraad
Veiligheidsinstructies
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de
gebruiksaanwijzing vervalt het recht op garantie! Voor ver-
volgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door
ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheids-
instructies zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen
vervalt elke aanspraak op garantie.
Houd alarmflitsers, installaties en accessoires buiten bereik van kinderen!
In commerciële gebouwen moeten de voorschriften voor ongevallenpreventie van
de bedrijfsvereniging voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen worden opge-
volgd.
In scholen, opleidingsinstellingen, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen moet het
gebruik van alarmapparatuur en accessoires door geschoold personeel verant-
woordelijk worden gecontroleerd.
3
1
2
1
1

G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
w w w . c o n r a d . c o m
Vermijd het gebruik onder ongunstige omstandigheden. Deze leiden tot de bescha-
diging van de gevoelige elektronica aan de binnenkant van het alarm. Ongunstige
omgevingsvoorwaarden zijn:
- te hoge luchtvochtigheid (> 90% rel., condenserend)
- vochtigheid (spat- resp. straalwater)
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen.
Houd zendapparatuur (radiotelefoons, zendapparatuur voor modelbouw enz.) uit de
buurt van de alarmflitser, omdat de aanwezige zenderstraling tot een verstoorde
werking kan leiden.
Verwijder nooit de rode, doorzichtige schroefkap. U kunt anders eventueel met de
contactgevaarlijke hoogspanning (ca. 350 V) van de flitsbuis in aanraking komen.
Kijk niet direct resp. niet gedurende langere tijd in de knipperende flitsbuis,
zodat u niet wordt verblind.
Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk is,
dan moet het apparaat buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd 
tegen onopzettelijk gebruik. Er kan worden aangenomen dat een gebruik zonder
gevaren
niet meer mogelijk is als
• het apparaat zichtbaar is beschadigd (scheuren),
• het apparaat niet meer functioneert en
• het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opge-
slagen of
• zware transportomstandigheden (stoten, sterke trillingen) heeft ondervonden.
Houdt u bij de montage van het apparaat aan de toepasselijke bouw- resp. brand-
preventiebepalingen.
Werking
Het alarmflitslicht wordt via een 12 V gelijkspanning, bijv. uit een alarminstallatie,
voorzien van stroom. Aan de binnenkant wordt via een zogenoemde flyback con-
verter de gelijkspanning onderbroken en omhoog getransformeerd. Een thyristor in
verbinding met een oplaadcondensator, een bobine, een glimlamp, aanvullende
bouwelementen en uiteindelijk de flitsbuis zorgen voor het stroboscoopeffect van 75
flitsen per minuut (bij 12 VDC).
Een diode voor polariteitsbescherming beveiligd de alarmflitser tegen een verkeer-
de aansluiting (verwisselde polariteit).
Gebruik, aansluiting/ingebruikneming
Let op!
Voor begin van de montage moet de alarminstallatie worden
uitgeschakeld / spanningsloos worden gemaakt.
a) Montage
Monteer de alarmflitser indien mogelijk, met inachtneming van de geldende bouw-
/brandpreventiebepalingen, overdekt (onder dakranden), maar zichtbaar. Gebruik
voor de bevestiging niet te kleine schroeven, zodat een voldoende grote stevigheid
in de boorgaten (drie maal M5) gewaarborgd is. Gebruik geen schroeven met ver-
zonken koppen: hierdoor scheurt het plastieken boorgat/ of wordt het boorgat vol-
ledig vernield.
b) Aansluiting
Verbind de tweekleurige kabel van de alarmflitser met de EXT.-uitgang van uw uit-
geschakelde alarminstallatie. Let hierbij op de juiste polariteit. Sluit de rode kabel
van de alarmflitser aan "+" op de EXT-uitgang van de alarminstallatie en de zwar-
te kabel van de alarmflitser op "-". Als uw alarminstallatie op meer dan 0,4m van
de alarmflitser is gemonteerd/bevestigd, moet u de kabel dienovereenkomstig ver-
lengen. Gebruik hiervoor een eveneens tweekleurige kabel met een min. diameter 
van 2 x 0,75 qmm. Gebruik geen netsnoeren, zodat er geen vergissingen kunnen
ontstaan.
Verwijdering als afval
Verwijder de onbruikbaar geworden (onherstelbare) alarmflitser
volgens de geldende wettelijke voorschriften.
Verhelpen van storingen
Met de alarmflitser hebt u een product aangeschaft dat voldoet aan de nieuwste
stand van de techniek. Toch kunnen er storingen optreden. Daarom staat hieronder
beschreven hoe u enkele van deze storingen relatief eenvoudig zelf kunt verhelpen: