Brother HL-1850 Guía Del Usuario

Descargar
Página de 149
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP 
2-6
 
Afdrukken vanaf Windows NT 4.0  
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd) 
 
1.  Klik op Start, kies Instellingen en selecteer Printers. Dubbelklik op het 
pictogram Printer toevoegen. De Wizard Printer toevoegen wordt 
geopend. Kies Deze Computer (niet Netwerkprinter) en klik op 
Volgende. 
2.  Selecteer Poort toevoegen, selecteer in de lijst van beschikbare poorten 
de LPR-poort (zoals reeds eerder vermeld, wordt de LPR-poort alleen 
getoond als het "Microsoft TCP/IP Printing"-protocol is geïnstalleerd) en 
klik op Nieuwe poort. 
3.  Typ het IP-adres dat u aan de afdrukserver wilt toewijzen in het vak 
Naam of adres van server die lpd:  levert.  Als u het HOSTS-bestand 
hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, kunt u i.p.v. het 
IP-adres de naam invoeren die met de afdrukserver wordt geassocieerd. 
Aangezien de afdrukserver TCP/IP- en NetBIOS-namen ondersteunt, 
mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De 
NetBIOS-naam kunt u vinden door de configuratiepagina van de printer 
af te drukken. De NetBIOS-naam wordt meestal getoond als 
“BRN_xxxxxx”, waar xxxxxx de laatste zes tekens zijn van het 
Ethernetadres. 
4.  Typ de servicenaam van de afdrukserver in het vak Naam van printer of 
afdrukwachtrij op die machine.   Weet u niet welke servicenaam u moet 
gebruiken, voer dan BINARY_P1 in en klik op OK: 
 
 
 
Opmerking 
Raadplee
voor nadere informatie over servicenamen. 
 
5.  Klik op Sluiten. Het nieuwe IP-adres van de afdrukserver moet nu in de 
lijst staan en als een beschikbare poort zijn gemarkeerd. Klik op 
Volgende.   
6.  Selecteer het gewenste printermodel. Als het juiste model niet wordt 
getoond, klikt u op "Diskette" en plaatst u de met de printer 
meegeleverde CD-ROM. 
7.  Als de driver reeds bestaat, selecteert u Bestaand stuurprogramma 
houden (als de driver nog niet bestaat, wordt deze stap overgeslagen), 
waarna u op Volgende klikt. 
8.  Indien gewenst, verandert u de naam van de printer en klikt u op 
Volgende. 
9.  Indien gewenst, maakt u van deze printer een gedeelde printer (zodat 
andere gebruikers er toegang toe hebben), en selecteert u de 
besturingssystemen die op de andere computers draaien. Klik op 
Volgende.  
10.  Selecteer Ja als antwoord op de vraag "Wilt u een testpagina 
afdrukken?". Klik op Voltooien om de installatie te voltooien. U kunt nu 
op deze printer afdrukken alsof het een locale printer was.