Fujifilm FinePix SL240 / SL260 / SL280 / SL300 Manuel Du Propriétaire

Page de 151
22
Me
er
 o
v
er
 f
o
to
gr
afi
 e
Opnamestanden
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past. Dit doet u door de functieknop in de gewenste 
stand te zetten (pag. 6). De volgende opnamestanden zijn beschikbaar:
M
M SCÈNEHERKENNING
 SCÈNEHERKENNING
In deze opnamestand analyseert de camera de 
gehele compositie en wordt automatisch de on-
derwerpstand geselecteerd die voor de omstan-
digheden en het onderwerp het meest geschikt is 
(pag. 16).
B
B AUTOMATISCH
 AUTOMATISCH
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere foto’s. 
Deze opnamestand kan vrijwel altijd worden ge-
bruikt.
SP
SP ONDERWERPPROGRAMMA
 ONDERWERPPROGRAMMA
U kunt met de camera kiezen uit een aantal “om-
gevingen”, elk aangepast aan bepaalde omstan-
digheden voor opnames of aan een specifi ek type 
onderwerp. Die omgevingen kunnen worden toe-
gewezen aan de SP-positie op de functieknop.
1
  Zet de functieknop op SP. 
2
 Druk op MENU/OK om het menu Opna-
mestanden op het LCD-scherm weer 
te geven.
3
 Druk op de keuzeknop omhoog of 
omlaag om 
A ONDERWERPPRO-
GRAMMA te selecteren.
4
 Druk op de keuzeknop rechts om 
een lijst met onderwerpprogramma’s 
weer te geven.
5
 Druk op de keuzeknop omhoog of 
omlaag om een programma te selec-
teren.
6
 Druk op MENU/OK om de geselecteer-
de optie te activeren.
Totdat de instelling wordt gewijzigd, wordt het ge-
selecteerde onderwerpprogramma automatisch 
weer geactiveerd wanneer de functieknop op SP 
wordt gezet.