Fujifilm FinePix SL1000 Series Manuel Du Propriétaire

Page de 144
82
De menu’s gebruiken: Opnamestanden 
N
 ISO
Bepaal de gevoeligheid van de camera ten opzichte 
van het licht. Om bewegingsonscherpte bij omstan-
digheden met weinig licht te voorkomen, kan een 
hogere  waarde  worden  gebruikt;  let  er  echter  wel 
op dat er spikkels voor kunnen komen op foto’s die 
met hoge gevoeligheid zijn gemaakt. Als de instel-
ling AUTOAUTO (800) of AUTO (400) is geselec-
teerd, past de camera de gevoeligheid automatisch 
aan  de  opnameomstandigheden  aan.  De  maxi-
mumwaarden die door de camera kunnen worden 
geselecteerd  bij  de  instellingen  AUTO  (800)  en 
AUTO (400) zijn respectievelijk 800 en 400. Andere 
instellingen dan AUTO worden met een pictogram 
op het LCD-scherm weergegeven.
1
 
De gevoeligheid verandert niet als de camera wordt uit-
geschakeld of een andere opnamestand wordt geselec-
teerd.
O
 BEELDGROOTTE
Selecteer het formaat en de beeldverhouding van 
de te maken foto’s. Grote foto’s kunnen zonder kwa-
liteitsverlies  op  groot  formaat  worden  afgedrukt; 
kleine foto’s vergen minder geheugen, waardoor er 
meer foto’s opgeslagen kunnen worden.
Het aantal foto's dat met de geselecteerde instelling 
kan worden opgeslagen, wordt op het LCD-scherm 
weergegeven (P 121).