Fujifilm FUJIFILM X20 オーナーマニュアル
124
Problemen en oplossingen
Probleem
Probleem
Oplossing
Oplossing
De camera stelt niet
scherp.
scherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij de camera: Selecteer de macrostand (
P 41).
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera: Zet de macrostand uit (
P 41).
• Het onderwerp is niet geschikt voor automatische scherpstelling: Gebruik scherpstelvergrendeling (
P 39).
De macrostand is niet
beschikbaar.
beschikbaar.
Selecteer een andere opnamestand (
P 27).
Intelligente gezichtsdetec-
tie is niet beschikbaar.
tie is niet beschikbaar.
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Kies een andere opnamestand
(
(
P 27).
Gezichten worden niet
herkend.
herkend.
• Het gezicht van het onderwerp wordt verborgen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.: Verwijder alle obstruc-
ties.
• Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts een minuscuul deel van het beeld: Pas de compositie zo aan dat
het gezicht van het onderwerp een groter deel van het beeld beslaat (
P 39).
• Het onderwerp houdt het hoofd schuin of zelfs horizontaal: Vraag het onderwerp het hoofd rechtop te hou-
den.
• De camera wordt schuin gehouden: Houd de camera recht (
P 23).
• Het gezicht van het onderwerp is onderbelicht: Fotografeer bij voldoende licht.
Er is een verkeerd onder-
werp gekozen.
werp gekozen.
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter bij het midden van het scherpstelframe dan het belangrijk-
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling
(
ste onderwerp. Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie uit en gebruik scherpstelvergrendeling
(
P 39).
De fl itser fl itst niet.
• De fl itser is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Selecteer een andere opnamestand (
P 27).
• De camera bevindt zich in de stand super macro of de continustand: Schakel de stand super macro en de con-
tinustand uit (
P 41).
• De batterij is leeg: Laad de batterij op of plaats een volledig opgeladen reservebatterij (
P 13).
• De stille stand van de camera is geactiveerd: Zet de stille stand uit (
P 108).
• De fl itser is niet opgeklapt: Klap de fl itser op (
P 42).
Sommige fl itsstanden zijn
niet beschikbaar.
niet beschikbaar.
• De gewenste fl itsstand is niet beschikbaar in de huidige opnamestand: Selecteer een andere opnamestand
(
P 27).
• De stille stand van de camera is geactiveerd: Zet de stille stand uit (
P 108).