Polar CS500 사용자 설명서

In

(Bestanden) kunt u gedetailleerde gegevens over uw trainingssessie weergeven.

1.

Druk in de tijdmodus op NEXT (Volgende).

(Bestanden) wordt weergegeven.

2.

Druk op START om de volgende informatie weer te geven:

•

datum en tijd waarop de trainingssessie begon.

•

nummer van het trainingsbestand (hoe hoger het bestandsnummer, hoe recenter het bestand).

3.

Gebruik NEXT (Volgende) om door de bestanden te bladeren.

(Bestanden verwijderen) is de laatste optie in

(Bestanden). Zie Trainingsbestanden verwijderen

voor meer informatie.

Druk op OK om de geregistreerde gegevens van een bepaald bestand weer te geven.

Gebruik NEXT (Volgende) om door de volgende gegevens te bladeren.

(Trainingsduur)

Duur van de trainingssessie.

Afwisselend worden de gemiddelde en maximale hartslag weergegeven.

Bovenste en onderste hartslaglimiet die tijdens de trainingssessie zijn
gebruikt (indien ingesteld).

Tijden die

(Binnen),

(Boven) en

(Onder) de

hartslagzone zijn besteed worden afwisselend weergegeven.

(kcal / % vet)

De verbruikte calorieën tijdens de sessie en het vetpercentage.

Afgelegde afstand.

Maximale en gemiddelde snelheid.

Gemiddelde en maximale trapfrequentie.

Maximale en gemiddelde vermogen.

Gereden tijd; als u bijvoorbeeld stopt met fietsen zonder de registratie
van de training te beëindigen, wordt de telling van de gereden tijd
automatisch gestopt. De duur van de trainingssessie telt echter door.

Als de functie AutoStart actief is, is de trainingsduur gelijk aan de tijd
dat u daadwerkelijk hebt gefietst. De fietscomputer start en stopt de
registratie namelijk automatisch zodra u begint en stopt met fietsen.

Na de training