Adels Contact Indoor panel mounted lamp R3C-24KT-WS90-S-R-WT Silver, White R3C-24KT-WS90-S-R-WT 데이터 시트
![Adels Contact](https://files.manualsbrain.com/attachments/0fc98a99254ee6bcd237d6b258f16cf946ed7f92/common/fit/150/50/df50c4c90c0ec6d415581eafcf1ac2be283781c84fc80fd294440bc0c7d1/brand_logo.gif)
제품 코드
R3C-24KT-WS90-S-R-WT
Service en onderhoud
• Het product is voor u onderhoudsvrij, demonteer het nooit (met uitzondering van de in de
gebruiksaanwijzing beschreven aansluit- en montagewerkzaamheden).
• Voor het schoonmaken dient u de stroomtoevoer los te koppelen. Laat de LED-downlight
vervolgens volledig afkoelen.
• Veeg de voorkant van de LED-downlight slechts met een schone, zachte, droge doek
schoon. Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen,
omdat deze de behuizing kunnen aantasten (verkleuringen) of de werking beïnvloeden.
omdat deze de behuizing kunnen aantasten (verkleuringen) of de werking beïnvloeden.
Stof kunt u heel gemakkelijk wegnemen met behulp van een schone, zachte kwast en een
stofzuiger.
Verwijdering
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wet-
telijke bepalingen.
Technische gegevens
a) Algemeen
Bestelnr.
Bestelnr.
........................................577434 577435 577436
Totale opgenomen vermogen ca. .8,3 W
9,8 W
12,8 W
Gewicht .........................................320 g
415 g
700 g
Dimbaar
........................................ja ja ja
Montageplek .................................Uitsluitend in droge, gesloten binnenruimtes
b) Led-driver
Bedrijfsspanning ...........................220 - 240 V/AC, 50/60 Hz
Uitgang .........................................Constante stroom 350 mA
Veiligheidsklasse ..........................II
Afmetingen (l x b x h) ....................109 x 53 x 33 mm
Bedrijfsspanning ...........................220 - 240 V/AC, 50/60 Hz
Uitgang .........................................Constante stroom 350 mA
Veiligheidsklasse ..........................II
Afmetingen (l x b x h) ....................109 x 53 x 33 mm
c) Led-downlight
Constante stroom .........................350 mA
Veiligheidsklasse ..........................III
Bestelnr.
Constante stroom .........................350 mA
Veiligheidsklasse ..........................III
Bestelnr.
......................................577434 577435 577436
LED‘s
............................................24 42 90
Lichtstroom ...................................470 lm
600 lm
900 lm
Kleurtemperatuur ..........................3.000 K
3.000 K
3.000K
Uitstraalhoek
.................................60° 90° 90°
Buitendiameter .............................98 mm
125 mm
178 mm
Hoogte ..........................................40 mm
40 mm
41 mm
Inbouwdiepte min. ........................80 mm
80 mm
80 mm
Inbouwgat-doorsnede ...................85 mm
110 mm
160 mm
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de fi rma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
fotokopie, microverfi lming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen
de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Conrad Electronic SE.
V1_0912_01/AB
Ꮨ
• Er mag zich geen isolatiemateriaal in de onmiddellijke buurt van de LED-downlight
en de LED-driver bevinden. Dit zal ophoping van warmte tot gevolg hebben. Er
bestaat brandgevaar!
bestaat brandgevaar!
Verwijder eventueel isolatiemateriaal, hou een afstand van minstens 10 cm aan.
• Tussen LED-downlight en de meegeleverde LED-driver moet bij de montage mins-
tens 10 cm afstand worden gehouden. In het andere geval bestaat gevaar op
oververhitting en brand!
oververhitting en brand!
• Er moet een bepaalde minimale afstand worden aangehouden tussen de licht-
straal van de LED-downlight en het verlichte oppervlak. Lees hiervoor de opschrif-
ten op de LED-downlight en het hoofdstuk „Verklaring van pictogrammen/opschrif-
ten“.
ten op de LED-downlight en het hoofdstuk „Verklaring van pictogrammen/opschrif-
ten“.
c)
Aansluiting
• De aansluiting van de LED-downlight mag slechts worden uitgevoerd als de
betreffende stroomgroep spanningsvrij is. Daartoe volstaat het niet de lichtscha-
kelaar uit te schakelen!
kelaar uit te schakelen!
Schakel de netbekabeling op alle polen uit door de zekering van de desbetreffen-
de groep uit te nemen, respectievelijk door de zekeringautomaat uit te schakelen.
Borg dat deze niet door onbevoegden weer kan worden ingeschakeld, bijv. door
middel van een waarschuwend opschrift. Schakel ook de bijbehorende aardlek-
schakelaar uit.
Borg dat deze niet door onbevoegden weer kan worden ingeschakeld, bijv. door
middel van een waarschuwend opschrift. Schakel ook de bijbehorende aardlek-
schakelaar uit.
• Inspecteer of de netbekabeling volledig spanningvrij is, bijvoorbeeld met behulp
van een geschikt meetinstrument.
• Vergewis u ervan, dat alle elektrische verbindingen en aansluit-/verbindingskabels
correct zijn en overeenkomen met de gebruiksaanwijzing.
• Gebruik de LED-downlight alleen via de meegeleverde LED-driver. Sluit aan de
LED-driver geen andere lampen aan.
Monteren en aansluiten
• De installatie van de LED-downlight mag slechts worden uitgevoerd als de betreffende
stroomgroep spanningsvrij is. Daartoe volstaat het niet de lichtschakelaar uit te schakelen!
Schakel de netbekabeling op alle polen uit door de zekering van de desbetreffende groep
uit te nemen, respectievelijk door de zekeringautomaat uit te schakelen. Borg dat deze niet
door onbevoegden weer kan worden ingeschakeld, bijv. door middel van een waarschuwend
opschrift. Schakel ook de bijbehorende aardlekschakelaar uit.
door onbevoegden weer kan worden ingeschakeld, bijv. door middel van een waarschuwend
opschrift. Schakel ook de bijbehorende aardlekschakelaar uit.
• Inspecteer of de netbekabeling volledig spanningvrij is, bijvoorbeeld met behulp van een
geschikt meetinstrument.
• De inbouwplek voor de LED-downlight en de LED-driver moet egaal en stabiel zijn.
• Plan, indien u meerdere LED-downlights wilt monteren, de positionering zeer zorgvuldig.
• Markeer het boorgat op de montageplaats van de LED-downlight (zie hoofdstuk „Technische
• Plan, indien u meerdere LED-downlights wilt monteren, de positionering zeer zorgvuldig.
• Markeer het boorgat op de montageplaats van de LED-downlight (zie hoofdstuk „Technische
gegevens“ voor de vereiste diameter) en boor het gat met een geschikte boormachine (bijv.
gatenboor met centreerboor).
gatenboor met centreerboor).
☞
Onze tip:
Controleer bij de montage van de LED-downlight in een plafondpaneel de juiste
boordiameter veiligheidshalve eerst bij een onderdeel dat u niet meer nodig heeft.
Er is niets zo vervelend als een te groot gat in een duur en hoogwaardig plafondpa-
neel.
boordiameter veiligheidshalve eerst bij een onderdeel dat u niet meer nodig heeft.
Er is niets zo vervelend als een te groot gat in een duur en hoogwaardig plafondpa-
neel.
Boor het gat aan de kant die zichtbaar is zodat de randen niet afsplinteren. Om de
nauwkeurigheid te verhogen kunt u een gat met 3 mm voorboren, zodat de centreer-
boor van de gatenboor een goede steun heeft.
nauwkeurigheid te verhogen kunt u een gat met 3 mm voorboren, zodat de centreer-
boor van de gatenboor een goede steun heeft.
• Verbind de netbekabeling met de LED-driver.
Daarvoor moet u eerst de oranje kunststofbedekking op de bovenkant van de LED-driver
Daarvoor moet u eerst de oranje kunststofbedekking op de bovenkant van de LED-driver
verwijderen. Maak de schroeven van de kunststofbedekking los, en haal deze er naar boven
uit.
uit.
• Verbind de netbekabeling (L=fase, N=nuldraad) met de beide schroefklemmen, die direct
onder het opschrift „PRI“ liggen.
• Plaats de afdekking er weer op en fi xeer deze met de aanvankelijk verwijderde schroeven.
De afdekking dient tegelijkertijd als snoerklem. Let er dus altijd op dat de netbekabeling en
de laagspanningskabel juist worden vastgemaakt door de afdekking.
de laagspanningskabel juist worden vastgemaakt door de afdekking.
• Monteer de LED-driver op het plafondpaneel. Daarvoor bevindt zich aan de LED-driver een
passend montage-oog.
Belangrijk!
Zoals reeds is beschreven in het hoofdstuk „Veiligheidsinstructies“ mag de LED-
driver en de LED-downlight niet in isolatiemateriaal worden ingebed (bijv. warmte-
ïsolerende matten).
driver en de LED-downlight niet in isolatiemateriaal worden ingebed (bijv. warmte-
ïsolerende matten).
Hou daarvoor een afstand van minstens 10 cm aan.
Plaats de LED-driver niet direct naast de LED-downlight, maar houd een zo groot
mogelijke afstand aan.
mogelijke afstand aan.
• Plaats de LED-downlight in het plafondpaneel. Draai hiervoor de borgveren naar achteren en
schuif de LED-downlight in de opening van het plafondpaneel. De borgveren klappen daarbij
weer naar onderen en maken de LED-downlight vast in het plafondpaneel.
weer naar onderen en maken de LED-downlight vast in het plafondpaneel.
• Schakel nu de netspanning weer aan en controleer de werking van de LED-downlight.