Futaba RC console 40 MHz No. of channels: 6 1-F4044 데이터 시트
제품 코드
1-F4044
bestelnr.
40 MHz nr. F4044
FC-16 Boat `n Truck
15
20
SUB-TRIM (SUB-TRIM/STRM)
Bij het inbouwen van de servo’s in
het model is het in principe het beste,
deze zo in te bouwen, dat de servo’s
,bij de neutrale stand van de trimming
op de zender,ook in de neutrale stand
staan. Kan een afwijking echter niet
voorkomen worden of hebben servo
’s van een ander merk een andere
neutrale stand, dan kunnen met deze functie de servo’s van alle
kanalen exact in de neutrale stand gezet worden. Deze functie is
niet bedoeld om het model te trimmen.
• De functie met de “MODE”toets kiezen.
• Met de “CURSOR-toetsen het kanaal van 1tot 8 kiezen.
• Met de “+”of “-“toets de gewenste servo positie instellen.
21
SERVO-OMPOLING (REVR)
Met deze functie kan de draairichting van alle servo’s elektronisch
omgepoold worden. Bij de inbouw van de servo’s in het model
hoeft er dan geen rekening gehouden te worden met de draairich-
ting. De servo’s kunnen zo in het model ingebouwd worden, dat
de stuurstangen zo rechtlijnig mogelijk verlopen en achteraf kan
dan de draairichting elektronisch ingesteld worden.
Voordat er verdere gegevens geprogrammeerd worden, moet
met deze functie eerst de juiste draairichting van de servo’s in-
gesteld worden..
Na het activeren van de program-
meermode, moet deze functie met
de ‘mode’-toets gekozen worden. De
hiernaast staande display-aanduiding
van het menu servo-ompoling ver-
schijnt dan.
Met de ‘çursor’-toets wordt het kanaal
gekozen waarvan de servodraairich-
ting omgepoold moet worden. Met de “+of “-“toets wordt nu de
draairichting omgepoold. Als deze toets minstens een halve se-
conde naar beneden(-) gedrukt wordt, wordt naar ‘REVERSE’
omgeschakeld. Wordt de toets naar boven(+) gedrukt , dan wordt
er omgeschakeld naar de normale draairichting. (NOR). De pijl in
het display markeert de ingestelde draairichting.
22
SERVOUITSLAGINSTELLING (EPA)
Deze functie maakt het mogelijk, de servouitslag voor elke kant
apart , in een bereik van 40 tot 140% van de totale uitslag, in-
clusief de trimming , in te stellen. Dit is nodig om te verhinde-
ren dat de servo een grotere uitslag maakt dan de mechanische
begrenzing van b.v. een stuurstang toelaat. De functie werkt op
het betreffende kanaal en reduceert ook alle gemixte functies.
Let erop dat de veranderde uitslag eveneens proportioneel op de
trimuitslag werkt.
De instelling vindt plaats in
%-waarde. Bij de kanalen 1 tot 8
komt een uitslag van 100% overeen
met draaihoek van 40°. Bij een ser-
vouitslag van 120% wordt bij deze
kanalen een uitslag van 55° bereikt.
Na het activeren van de programmeer -
mode wordt deze functie gekozen. De
hiernaast staande display-aanduiding
met het menu “servouitslaginstelling”
wordt dan weergegeven. In het linker
display gedeelte verschijnt dan het
kanaalnummer, waarvan de instel-
lingen ingevoerd kunnen worden. In
het rechter deel van het display wordt de actuele servouitslag in
%-waarde knipperend weergegeven.
Om te programmeren moet de betreffende stuurknuppel in die
richting bewogen worden waarin de servouitslag veranderd moet
worden. Met de “+” of “-“ toets kan de servouitslag optimaal in-
gesteld worden. Wordt de toets naar beneden (-) gedrukt , dan
wordt de servouitslag kleiner. Naar boven (+)drukken wil zeggen,
de uitslag groter wordt. Let erop dat de uitslag naar beide kanten
ingesteld moet worden.
23
CAMPAC MODELGEHEUGEN INITIALISEREN
De zender heeft een intern modelge-
heugen voor 10 modellen. Door het
aanbrengen van een 16 k CAMPac
wordt het geheugen met nog eens 10
modellen uitgebreid. Nadat het afdek-
plaatje verwijderd is, kan de CAMPac
aangebracht worden.
Let op: bij het verwijderen of aan-
brengen van de CAMPac moet de zender altijd uitstaan. Als een
CAMPac-module voor de eerste maal in de zender aangebracht
wordt, dan moet deze geïnitialiseerd worden . Na het inschakelen
van de zender verschijnt afwisselend “CAM”+”do en”CAM”-“no in
het display. De toets (+) bedienen om de automatische initialise-
ring te starten. Deze procedure duurt 120 seconden en wordt in
het display weergegeven. Als de “-“ toets bediend wordt, wordt het
initialiserings proces onderbroken en het “normale”hoofddisplay
verschijnt. Verdere bediening van de toetsen is niet nodig.
instelling 40 tot 140%
servouits-
lag100%
servouits-
lag100%