Futaba RC console 40 MHz No. of channels: 6 1-F4044 데이터 시트
제품 코드
1-F4044
bestelnr.
40 MHz nr. F4044
FC-16 Boat `n Truck
7
5.3 AANDUIDING VAN DE ZENDERSPANNING
De actuele accuspanning van de zen-
der wordt in het startdisplay getoond.
Het spanningsbereik varieert, afhan-
kelijk van de laadtoestand, tussen
10,8 volt (vol) en 9 Volt (bijna leeg).
Bij een spanning van 9,4 Volt moet de
accu beslist geladen worden. Als de
spanning van de zenderaccu zover is
teruggelopen, dat het display een spanning van 8,9 Volt aangeeft,
moet om veiligheidsredenen de zender uitgeschakeld worden.
Zodra de zenderaccu een spanning
bereikt heeft van ca 8,5 Volt wordt er
ter waarschuwing een akoestisch en
optisch signaal afgegeven. De piezo-
zoemer klinkt en het accusymbool in
het display knippert. De zender moet
nu uitgeschakeld worden.
5.4 BEDRIJFSTIJDEN
Als er een zenderaccu van 8 NiMH 1500 gebruikt wordt, heeft de
zender bij een volgeladen accu een bedrijfstijd van ongeveer 8 tot
9 uur. Dit geldt niet voor de ontvangeraccu, hier is de bedrijfstijd
sterk afhankelijk van het aantal aangesloten servo ‘s , hoe zwaar
de stuurstangen lopen en hoeveel stuurbewegingen er worden
gemaakt. Een draaiende servomotor neemt tussen de 150 en 600
mA op, in rusttoestand ca. 5-8 mA.
6
HET WISSELEN VAN KRISTALLEN
De zender en de ontvanger kunnen binnen de frequentieband op
verschillende kanalen gebruikt worden. Hiertoe moeten de kristal-
len in het kristalvoetje van de zender en de ontvanger verwisseld
worden. Het frequentiekanaal van de zender en de ontvanger
moet hetzelfde zijn. Er moet t.o.v. de frequentieband een passend
setje kristallen gebruikt worden.
Om het kristal te verwisselen moet de zender geopend worden,
zoals beschreven onder punt 7.2
Het is niet mogelijk, om een 35 MHz kristal in een 40 MHz
apparaat te gebruiken, het geheel zal dan niet functioneren.
Zendkristallen
hebben het
opschrift TX +
het kanaalnum-
mer
Ontvangstkris-
tallen hebben
het opschrift RX
+ het kanaal-
nummer
Kristallen voor
dubbelsuper ont-
vangers hebben
het opschrift RX
-DS + het kanaal-
nummer
7
INSTELMOGELIJKHEDEN AAN DE ZENDER
7.1 LENGTEVERSTELLING VAN DE KNUPPELS
De lengte van de stuurknuppels kan traploos ingesteld en op-
timaal aan de stuurgewoonte van de piloot aangepast worden.
De delen A en B los-
draaien
De knuppel op de
juiste lengte instellen
De delen A en B tegen
elkaar vastdraaien
7.2 HET VERWIJDEREN VAN DE ACHTERWAND
De achterwand van de zender is met twee vergrendelingen be-
vestigd.
Het openen van de achterwand
• De vergrendelingen aan de onderkant van de zender naar bui-
ten schuiven. De achterwand eraf nemen..
• Het zenderkristal verwisselen.
Het sluiten van de achterwand
• De achterwand voorzichtig aan de achterzijde aanbrengen
• De achterwand met de twee vergrendelingen bevestigen.
7.3 DE GASFUNCTIE OMBOUWEN NAAR RECHTS
Standaard wordt de zender geleverd met de rasterfunctie univer-
seel ( mode 2), deze kan afhankelijk van de stuurgewoonte naar
de linker of rechter stuurknuppel omgebouwd worden.
De achterwand zoals hierboven beschreven, verwijderen:
1. de rasterveer rechts losmaken en eruit nemen.
2. de rasterveer links inbouwen
3. De veer van de linker verticale neutraliseringsbeugel met een
pincet losmaken.
4. De neutraliseringshevel links eruit nemen. Hiermee is de linker
verticale functie omgebouwd tot rasterfunctie.
5. De neutraliseringshevel in de rechter stuurknuppeleenheid
aanbrengen. De veer met een pincet bevestigen. De rechter
verticale stuurknuppelfunctie is hiermee zelfneutraliserend ge-
worden.
( de richtingen links en rechts zijn gezien vanaf de achterkant)
A
B