Fujifilm FUJIFILM XF1 Manual Do Proprietário
30
Meer over fotografi e
Meer over fotografi e
Opnamestand
Opnamestand
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past.
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de func-
tieknop en zet u het pictogram van de gewenste opname-
stand tegenover het merkteken dat naast de functieknop is
aangebracht.
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de func-
tieknop en zet u het pictogram van de gewenste opname-
stand tegenover het merkteken dat naast de functieknop is
aangebracht.
M, A
, S, P: Deze stand geeft u de volledige controle over alle
camera-instellingen (
P 42), inclusief diafragma (M en A)
en/of sluitertijd (M en S).
Adv.
(GEAVANCEERD): Geavanceerde fototechnieken op eenvou-
dige wijze (
P 33).
SP
(ONDERWERPPROGRAMMA): Selec-
teer een stand die bij het onder-
werp of de omstandigheden past,
en de camera doet de rest (
werp of de omstandigheden past,
en de camera doet de rest (
P 41).
E: Verhoog de helderheid,
reduceer ruis, verhoog het dynami-
sche bereik of laat de camera zich
automatisch instellen naargelang
de scène (
reduceer ruis, verhoog het dynami-
sche bereik of laat de camera zich
automatisch instellen naargelang
de scène (
P 31).
B (AUTOMATISCH): Een eenvoudige
stand voor “mikken-en-klikken”, spe-
ciaal voor beginnende gebruikers
van digitale camera’s.
stand voor “mikken-en-klikken”, spe-
ciaal voor beginnende gebruikers
van digitale camera’s.
C1/C2
(CUSTOM): Om opgeslagen in-
stellingen voor de opnamestanden
P
P
, S, A, M en alle EXR-standen behal-
ve
R (P 46) weer op te roepen.