Panasonic UF-8100 Manual De Instruções
34
Eerste kennismaking met uw toestel
Functie-instellingen
Functies gebruiken
De volgende functies kunnen worden gestart door eerst op
te drukken en vervolgens het functienummer
in te voeren, of door herhaaldelijk op de
en
bladertoetsen te drukken totdat de gewenste functie op de display
verschijnt.
Opmerking
1. Beschikbaar wanneer faxparameternr. 119 is ingesteld op "1:Naamtoets”. (Zie blz. 111)
2. De instellingen van selectiemodus (
2. De instellingen van selectiemodus (
) kunnen voor de huidige
communicatie tijdelijk worden gewijzigd. Na beëindiging worden deze parameters echter weer
ingesteld op hun standaardwaarde. U kunt de standaardwaarde van deze instellingen wijzigen
via de faxparameters. (Zie blz. 106)
ingesteld op hun standaardwaarde. U kunt de standaardwaarde van deze instellingen wijzigen
via de faxparameters. (Zie blz. 106)
FUNCTION
FUNCTION
1
2
3
6
Uitgestelde communicatie
1 = Uitgestelde verzending
1 = Uitgestelde verzending
(Zie blz. 50)
2 = Uitgestelde polling
(Zie blz. 50)
3 = Geavanceerde communicatie
Geavanceerde communicatie
4 = Verzending naar een subadres
4 = Verzending naar een subadres
(Zie blz. 62)
5 = Netwerkrelais XMT
(Alleen voor de internetfax-/e-mailfunctie)
Polling (opvragen van documenten)
1 = Polling door uzelf
1 = Polling door uzelf
(Zie blz. 56)
2 = Polling door anderen
(Zie blz. 54)
Afdrukken
1 = Verslag (afdrukken/bekijken)
1 = Verslag (afdrukken/bekijken)
(Zie blz. 118)
2 = Naamtoetsenlijst
(snelkiesnummers/
verkorte kiesnummers)
verkorte kiesnummers)
(Zie blz. 122)
3 = Programmalijst
4 = Faxparameterlijst
(& Lijst van
gebruikersparameters)
gebruikersparameters)
(Zie blz. 126)
6 = Individueel verzendverslag
7 = Naamtoetsenlijst
7 = Naamtoetsenlijst
(Zie opmerking 1)
FUNCTION
8