Fujifilm Q1 Guia Do Utilizador

35

Uw camera stelt automatisch de juiste belichting van elke scène in. Maar is het onderwerp erg donker of erg

helder, dan kunt u in de automatische belichtingsregeling van de camera ingrijpen en zo het onderwerp helderder

of donkerder maken. Dit wordt belichtingscompensatie genoemd. U selecteert de gewenste mate van

belichtingscompensatie met 

     

of 

    

en drukt dan op de 

-knop.

Compensatiebereik: 9 stappen

(een bereik van – 2.0 EV tot + 2,0 EV in stappen van 0,5 EV).

Portretopnamen in tegenlicht.

Zeer helder verlichte scènes (zoals sneeuwvlakten) en sterk reflecterende onderwerpen.

Opnamen waarin de lucht overheerst.

Onderwerpen in spotlight, in het bijzonder tegen donkere achtergronden.

Slecht reflecterende scènes, zoals opnamen van dennengroen of donker gebladerte.

Uw camera stelt voor elke scène de witbalans automatisch in. Maar de beelden die uw camera vastlegt zullen er

onder verschillende verlichtingscondities (zon, schaduw, TL-verlichting, gloeilampverlichting) anders uitzien. Dit

in tegenstelling tot uw ogen, die zich gemakkelijk kunnen aanpassen om onderscheid te maken tussen verschillende

soorten verlichting. Onder bepaalde verlichtingscondities is het mogelijk dat er vreemde tinten in het beeld

verschijnen. Als dat gebeurt moet u de ingestelde witbalans aanpassen door een verlichtingsconditie te specificeren

(kleurtemperatuur) die voor de door u gefotografeerde scène het meest geschikt is. U kiest de gewenste

witbalansinstelling met

     

of 

    

en drukt dan op de 

-knop.

: Automatisch instellend

: Opnamen onder gloeilamplicht

: Opnamen onder TL-verlichting

:

Opnamen buitenshuis bij mooi weer

Voor betere resultaten is het aanbevolen de “ 

 ” flitsfunctie uit te gebruiken bij witbalans instelling op kunstlicht 

.

: Opnamen in de schaduw.