Reely 1:10 Electric monster truck model car Audi RS6 4WD P-190 RtR 2.4 GHz QCO1014W000F17SR02 Ficha De Dados

Códigos do produto
QCO1014W000F17SR02
Página de 120
97
Werkwijze en instelling van de gas/remstangen
Met de gas/remstangen worden tegelijk twee functies uitgevoerd via twee haaks op elkaar staande servostuurhendels.
Via de gasstang wordt de luchttoevoer naar de motor geregeld door de “carburatorschuif” te verplaatsen. Tegelijkertijd wordt de stationairsproeier (conische
naald van een naaldafsluiter) verschoven en wordt dus de door de carburator stromende hoeveelheid brandstof veranderd. Wordt de gasstang verder dan de
stationaire stand geschoven (mechanisch eindpunt van de schuif), dan drukt de servohendel tegen een veeraanslag.
Nu begint het werkgebied van de remstang die via een excentriek de remblokjes van de schijfrem samendrukt.
De positionering van de stelringen (van de mechanische eindaanslagen), van de aanslagveren op de gasstang en de remstang zijn af fabriek ingesteld.  Deze
zijn aan de mechanische eindaanslagen van de carburator en de schijfremmen aangepast. De gas/remstang hoeft verder niet meer te worden afgesteld.
Het kan echter zijn, dat tijdens het gebruik de stelringen loskomen en opnieuw moeten worden vastgemaakt.
Indien de rem sleept, slijten de remvoeringen en de remschjijf voortijdig.
Om er zeker van te zijn dat de rem volledig los is, zorgt u er voor dat de remkoppelingshendel met ong. 1 mm afstand tussen de stelringen op de remstang staat.
Functiecontrole van de gas/remservo
• Beweeg de afstandsbedieningshendel (kanaal 2) naar achteren (volgas). De carburatorschuif moet nu volledig uit zijn en de carburatordoorlaat maximaal
geopend. De remmen hebben geen effect.
• Als de carburateurschuif niet eruit gaat als u de afstandsbedieningshendel beweegt, moet u de Servo Reverse schakelaar voor kanaal 2 op “REV” zetten om
de draairichting van de servo om te draaien.
• Als de carburatorschuif niet volledig uit gaat, moet u de servoweg corrigeren met de trimregelaar (kanaal 2) van de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbedieningshendel los.
De carburatorschuif moet nu naar stationair terugkeren (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De rem heeft nog steeds geen effect.
• Duw de afstandsbedieningshendel helemaal naar voren (remmen).
De carburatorschuif moet nu in stationair blijven (carburatordoorlaat ca. 1 mm geopend).
De servohevel aan de carburatorkoppeling trekt tegen een veerweerstand, de servohevel aan de remkoppeling beweegt de remhendel.
• Laat de afstandsbedieningshendel weer los; de remmen moeten nu weer lossen.
• U kunt de remkoppeling instellen door de stelringen aan de koppelingshendel zo nodig te verschuiven.
l) Inbouw van de antenne
Na de functiecontrole en de inbouw van de servo’s kan de antenne definitief in de ontvangerbox op het chassis geplaatst worden.
• Steek de antennedraad van de ontvanger van binnen door het boorgat in het dek-
sel van de box en vervolgens door het geleidingsbuisje voor de antenne.
• Steek het antennegeleidingsbuisje in de houder buiten op het deksel en maak de
antennedraad boven aan het geleidingsbuisje vast. Kort het antennebuisje, maar
niet de antennedraad.
• Zorg ervoor dat het deksel na het vastmaken van de antennedraad nog goed open
kan voor het vervangen van de accu´s (antennedraad niet te ver eruit trekken).
• U mag de antennekabel van de ontvanger nooit inkorten en hem indien mogelijk
niet samenbinden! Daardoor zal de reikwijdte verminderen.