Sony XR-L240 Benutzerhandbuch
14
Andere functies
De geluidskenmerken
aanpassen
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
fader instellen.
Voor elke geluidsbron kan het niveau voor
lage en hoge tonen worden vastgelegd.
1
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SEL) te drukken.
Telkens wanneer u op (SEL) drukt, worden
de items als volgt gewijzigd:
aanpassen door een aantal malen op
(SEL) te drukken.
Telkens wanneer u op (SEL) drukt, worden
de items als volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen) t
TRE (hoge tonen) t
BAL (links-rechts) t
FAD (voor-achter)
2
Regel het gekozen item door op één van
beide kanten van de volumeknop te
drukken.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd.
beide kanten van de volumeknop te
drukken.
Breng de wijziging aan binnen de drie
seconden nadat u het onderdeel hebt
geselecteerd.
Het geluid dempen
Druk op (ATT).
“ATT-ON” knippert even en “ATT”
verschijnt in het uitleesvenster.
“ATT-ON” knippert even en “ATT”
verschijnt in het uitleesvenster.
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
“ATT-OFF” knippert even.
drukt u nogmaals op (ATT).
“ATT-OFF” knippert even.
De instellingen voor het
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen kunnen worden
verricht:
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 13).
•M.DSPL (Bewegend Display)
verricht:
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 13).
•M.DSPL (Bewegend Display)
– de demonstratiestand die verschijnt
wanneer de cassette wordt uitgeworpen en er
geen bron is gekozen (b.v. tuner afgezet).
wanneer de cassette wordt uitgeworpen en er
geen bron is gekozen (b.v. tuner afgezet).
•BEEP – schakelt de pieptoon in en uit.
1
Druk op (SEL).
2
Druk op de voorinstelnummertoets om
het gewenste item te kiezen.
het gewenste item te kiezen.
Cijfertoetsen
(2): CT
(4): M.DSPL
(6): BEEP
(4): M.DSPL
(6): BEEP
Opmerking
De weergave verschilt volgens de bron.
De weergave verschilt volgens de bron.
3
Druk herhaaldelijk op de voorinsteltoets
om de gewenste instelling te kiezen
(bijvoorbeeld: AAN of UIT).
om de gewenste instelling te kiezen
(bijvoorbeeld: AAN of UIT).