Ask Proxima A1100 Benutzerhandbuch

Seite von 36
5
De projector positioneren
Bij het bepalen van de plaats van de projector, denkt u het formaat en vorm van het 
scherm, de plek van stopcontacten en de afstand tussen de projector en andere 
apparatuur. Hier zijn enkele algemene richtlijnen:
Plaats de projector op een vlak oppervlak in een rechte hoek t.o.v. het scherm. 
De projector moet minstens 1,5m van het projectiescherm staan.
Plaats de projector binnen 3m van een stroombron en binnen 1,8m van een 
videoapparaat (tenzij u gebruik maakt van verlengsnoeren). Plaats de projector 
niet dichter dan 15cm van een muur of ander object, zodat u altijd goed 
toegang heeft tot de kabels.
Als u de projector aan het plafond monteert, zie dan de installatiegids bij de 
Plafondmontagekit voor meer informatie. Wilt u het beeld kantelen, zie dan 
“Plafond” op pagina 30. Gebruik van een door InFocus goedgekeurde 
plafondmontagebeugel wordt aanbevolen.
Plaats de projector op de gewenste afstand tot het scherm. De afstand van de 
projectorlens tot het scherm, de zoominsteling en het videoformaat bepalen de 
grootte van het geprojecteerde beeld.
Het beeld verlaat de projector op een bepaalde hoek. De beeldverschuiving is 
115% Dit betekent dat als het beeld 1 meter hoog is, de onderzijde van het 
beeld 15cm boven het midden van de lens staat. 
Table 1: 
Afstandsbereik van het scherm voor bepaalde schermgroottes 
Diagonale 
schermgrootte 
(inch/m) 
Afstand tot het scherm
Maximumafstand 
(voet/m)
Minimumafstand 
(voet/m)
60/1.5
7.7/2.3
8.5/2.6
80/2
10.3/3.1
11.5/3.5
92/2.3
11.8/3.6
13.1/4.0
150/3.8
19.4/5.9
21.7/6.6
onderkant van het beeld
15cm boven midden
1m hoogte
beeld
projectiehoek
lensmidden
van lens