Philips Wireless Notebook Adapter SNN6500 11a/b/g True Turbo Benutzerhandbuch

Seite von 25
NL
13
Toegang tot de instellingen van uw wireless netwerk
Start het programma Philips Wireless Network Manager
Dubbelklik op het pictogram in de taakbalk
Als Philips Wireless Network Manager niet start 
moet u op dit pictogram dubbelklikken.
Wat houden de instellingen in
Het programma Philips Wireless Network Manager bestaat uit vijf belangrijke
tabbladen met informatie en instellingen.
Let op: De knop Wireless Aan/Uit verschijnt onderaan ieder tabblad zodat u over de
mogelijkheid beschikt om de wireless verbinding in of uit te schakelen.
•  Configuratie
Met het tabblad Configuratie kunt u profielen beheren en hebt u toegang tot
instellingen van het wireless netwerk en de codering.
Selecteer profiel – Een profiel bevat alle instellingen die nodig zijn voor een
bepaalde wireless verbinding. Als u tussen wireless netwerken wilt wisselen, kunt u
eenvoudig tussen verschillende opgeslagen profielen schakelen.
Maak voor het beheer van uw profielen gebruik van de knoppen NieuwOpslaan en
Verwijderen.
Automatisch opslaan Profiel Aan/Uit
Wanneer Automatische Profiel is ingesteld op Aan, kunnen de knoppen Nieuw
en Opslaan niet meer worden gebruikt. Als u wijzigingen hebt toegepast wordt
er automatisch een profiel gecreëerd met uw netwerkinstellingen
Het tabblad Configuratie bevat twee sub-tabbladen: Algemeen en Beveiliging.
Onderaan vindt u een uitleg van de instellingen van deze sub-tabbladen.
Configuration – sub-tab Common
Network Name – Voer de netwerknaam in van het wireless netwerk waarmee u
verbinding wilt maken. U kunt ook een netwerknaam kiezen uit de lijst in het Site
Survey-menu. (Standaard: philips.)
Operating Mode – Stel de bedieningsmodus in op Ad-hoc (Peer-to-Peer) voor
netwerkconfiguraties zonder een wireless basisstation, of op Infrastructure voor
configuraties met een wireless basisstation. (Infrastructure is als standaard ingesteld.)
Transmit Rate – Auto zal automatisch de hoogste snelheid instellen die in het
wireless netwerk haalbaar is. U kunt zelf een lagere snelheid instellen. Een lagere
snelheid geeft een groter bereik.
Channel – Bij het opzetten van een Ad-hoc wireless netwerk stelt u het hetzelfde
kanaalnummer in als op de andere wireless apparaten binnen uw netwerk. 
Als u echter via een basisstation verbinding met het netwerk maakt, dan wordt
automatisch het kanaal ingesteld van het basisstation waarmee de adapter verbinding
maakt. U kunt alleen een kanaal opgeven als de Operating Mode op Ad-hoc (Peer-to-
Peer) is ingesteld.
Power Save – Klik op het markeervakje als u met energiebeheer wilt besparen op
het batterijverbruik van uw draagbare computer, maar die computer toch steeds
meteen gebruiksklaar moet blijven.
BELANGRIJK: Alle computers en apparatuur voor wireless toepassingen binnen
hetzelfde netwerk moeten beschikken over dezelfde SSID en dezelfde
coderingssleutel voor wireless beveiliging. In de Ad-hoc modus dient u voor alle
wireless apparatuur hetzelfde kanaal op te geven.