Cisco Cisco Agent Desktop 9.0 Betriebsanweisung

Seite von 2
1  
Werkbalkknoppen en sneltoetsen
Gesprekken afhandelen
Uw agentstatus wijzigen
Navigatie en andere functies
Pictogram Naam
Sneltoets
Beschrijving
Opnemen/
neerleggen
Ctrl+A
Hiermee beantwoordt of weigert u het geselecteerde 
gesprek.
In/uit 
wachtstand
Ctrl+H
Hiermee zet u het geselecteerde gesprek in de wachtstand of 
haalt u het uit de wachtstand.
Gesprek kiezen Ctrl+M
Hiermee opent u een venster waarin u een gesprek kunt kiezen.
Vergadering
Ctrl+F
Hiermee zet u het geselecteerde gesprek in de wachtstand en 
opent u het venster Vergaderen.
Doorsturen
Ctrl+T
Hiermee zet u het geselecteerde gesprek in de wachtstand en 
opent u het venster Doorverbinden.
Toetstonen
Ctrl+D
Hiermee opent u het venster Toetstonen invoeren.
Pictogram Naam
Sneltoets
Beschrijving
Aanmelden
Ctrl+L
Hiermee meldt u zich aan bij de ACD (wisselt af met Afmelden).
Afmelden
Ctrl+L
Hiermee meldt u zich af bij de ACD (wisselt af met Aanmelden).
Gereed
Ctrl+W
Hiermee wijzigt u uw status in Gereed, waarmee u aangeeft 
dat u beschikbaar bent voor het ontvangen van 
ACD-oproepen.
Niet gereed
Ctrl+O
Hiermee wijzigt u uw status in Niet gereed, waarmee 
u aangeeft dat u niet beschikbaar bent voor het ontvangen 
van ACD-oproepen.
Werk gereed
Ctrl+Y
Hiermee wijzigt u uw status in Werk gereed en geeft u aan 
dat u na het afronden van een gesprek weer beschikbaar bent 
voor de ontvangst van ACD-gesprekken.
Werk niet 
gereed
Ctrl+Z
Hiermee wijzigt u uw status in Werk niet gereed en 
geeft u aan dat u na het afronden van een gesprek niet 
beschikbaar bent voor de ontvangst van ACD-gesprekken.
Pictogram Naam
Sneltoets
Beschrijving
Taak1-10
Alt+1, Alt+2, 
..., Alt+0
(Alleen Uitgebreid en Premium) Door de beheerder kunnen 
slechts tien taakknoppen worden ingesteld voor diverse 
functies.
Contactbeheer Ctrl+G
Hiermee geeft u de deelvensters voor contactbeheer weer of 
verbergt u deze.
Browser
Ctrl+B
(Alleen Uitgebreid en Premium) Hiermee geeft u het deelvenster 
met de geïntegreerde browser weer of verbergt u het.
Help/Info
Alt+Ctrl+H Hiermee opent u een menu met de Help- en Info-opties.
Contact
Ctrl+S
Hiermee selecteert u een contact in het deelvenster 
Contactweergave.
Bellergegevens Ctrl+E
Hiermee selecteert u een rij in het deelvenster Bellergegevens 
van Contactbeheer.
2  
Algemene taken
Uw agentstatus wijzigen
Als u uw agentstatus wilt wijzigen, klikt u op een statusknop op de werkbalk. 
Knoppen voor ongeldige statussen worden uitgeschakeld. Als u uw agentstatus 
wijzigt terwijl u in gesprek bent (in de status Gesprek), wordt uw status gewijzigd 
zodra u ophangt. De knoppen met de agentstatus geven de status aan waarop u hebt 
geklikt, niet uw huidige status.
Oorzaakcodes gebruiken
Wanneer u uw status wijzigt in Niet gereed of wanneer u zich afmeldt, kunt u worden 
gevraagd een oorzaakcode te selecteren. Oorzaakcodes worden door de beheerder 
geconfigureerd en beschrijven waarom u uw agentstatus wijzigt.
Wanneer u wordt verzocht een oorzaakcode in te voeren, kiest u de juiste 
oorzaakcode in het venster Oorzaakcodes en klikt u op OK. U kunt opnieuw 
de agentstatus Niet gereed selecteren wanneer u al in de status Niet gereed bent 
om een andere oorzaakcode in te voeren.
Beschrijvingen van afrondingsgegevens gebruiken
Wanneer u uw status wijzigt in Werk gereed of Werk niet gereed, kunt u worden 
gevraagd een beschrijving van afrondingsgegevens te selecteren. Beschrijvingen van 
afrondingsgegevens worden door de beheerder geconfigureerd en worden gebruikt 
om de uitkomst van het gesprek te beschrijven.
Wanneer u wordt gevraagd afrondingsgegevens in te voeren, selecteert u de beste 
beschrijving in het venster Gespreksafronding selecteren en klikt u op OK.
Een gesprek starten
Stap 1
Klik op Gesprek kiezen. Het venster Gesprek kiezen wordt geopend.
Stap 2
Voer in het veld Nummer een telefoonnummer in en klik op Kiezen
Het venster Gesprek kiezen wordt gesloten.
Een gesprek doorverbinden
Stap 1
Klik, terwijl u een actief gesprek hebt, op Doorverbinden. Het venster 
Doorverbinden wordt geopend.
Stap 2
Voer in het veld Nummer een telefoonnummer in en klik op Kiezen.
Stap 3
Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u blind wilt doorverbinden, klikt u op Doorverbinden terwijl 
de telefoon nog overgaat.
Voor doorverbinden met toezicht wacht u tot de telefoon is 
opgenomen. Als u het nieuwe gesprek in de wachtstand wilt 
zetten en het oorspronkelijke gesprek wilt beantwoorden, 
klikt u op Wisselen. Klik vervolgens op Doorverbinden.