Cisco Cisco Aironet 1552I Outdoor Access Point Installationsanleitung
2-11
Installatiegids voor de Cisco Aironet 1550-serie voor gevaarlijke locaties
Hoofdstuk 2 Het access point installeren
Installatierichtlijnen
Installatierichtlijnen
Omdat het access point een radioapparaat is, is het ontvankelijk voor veel voorkomende oorzaken voor
storing waardoor de doorvoer en het bereik verminderd kunnen worden. Volg de volgende basisrichtlijnen
voor het garanderen van de best mogelijke prestaties:
storing waardoor de doorvoer en het bereik verminderd kunnen worden. Volg de volgende basisrichtlijnen
voor het garanderen van de best mogelijke prestaties:
•
Voor informatie over het plannen en de eerste configuratie van het Cisco meshnetwerk, raadpleegt
u de Cisco Wireless Mesh Access Points, Design and Deployment Guide, Release 7.0.
u de Cisco Wireless Mesh Access Points, Design and Deployment Guide, Release 7.0.
•
Lees de FCC-richtlijnen voor installatie en gebruik van draadloze LAN-apparaten (buiten) op
.
•
Voer een locatieonderzoek uit voordat u met de installatie begint.
•
Installeer het access point in een omgeving waar constructies, bomen of heuvels geen blokkade
vormen voor radiosignalen van en naar het access point.
vormen voor radiosignalen van en naar het access point.
•
De access points kunnen op elke gewenste hoogte worden geïnstalleerd, maar de beste doorvoer wordt
gerealiseerd wanneer alle access points op dezelfde hoogte worden gemonteerd. Wij raden aan om de
access points lager dan 12 meter te installeren om ondersteuning van draadloze clients op de grond
mogelijk te maken.
gerealiseerd wanneer alle access points op dezelfde hoogte worden gemonteerd. Wij raden aan om de
access points lager dan 12 meter te installeren om ondersteuning van draadloze clients op de grond
mogelijk te maken.
Opmerking
Voor berekening van verlies van signaalsterkte en voor bepaling van de afstand tussen access points
dient u een expert op het gebied van RF-planning te raadplegen.
dient u een expert op het gebied van RF-planning te raadplegen.
Locatieonderzoeken
Elke netwerktoepassing is een unieke installatie. Voordat u meerdere access points installeert, dient u
een locatieonderzoek uit te voeren om het optimale gebruik van netwerkcomponenten te bepalen en om
bereik, dekking en netwerkprestaties te optimaliseren.
een locatieonderzoek uit te voeren om het optimale gebruik van netwerkcomponenten te bepalen en om
bereik, dekking en netwerkprestaties te optimaliseren.
Houd rekening met de gebruiksomstandigheden en omgevingsomstandigheden wanneer u een
locatieonderzoek uitvoert:
locatieonderzoek uitvoert:
-40 <11 Ta < +55C
De waarden voor de gebruikstemperatuur voor het access point in
alle landen.
alle landen.
Opmerking
De huidige veiligheidscertificeringen
hebben alleen betrekking op gebruik van
deze buitenapparatuur tot -40°C.
hebben alleen betrekking op gebruik van
deze buitenapparatuur tot -40°C.
Type 4, IP 67
Hiermee wordt de mate van bescherming van de behuizing
gedefinieerd (type 4 = bij binnen- of buitengebruik, vooral voor
bescherming tegen stofdeeltjes en regen, waterspatten, water uit
een waterslang en beschadiging door externe ijsvorming.
IP 67 = stofdicht (stof, vuil, zand enzovoort) en bescherming tegen
krachtige waterstralen. Het apparaat kan tevens gedurende korte
perioden (30 minuten) in water worden ondergedompeld.
gedefinieerd (type 4 = bij binnen- of buitengebruik, vooral voor
bescherming tegen stofdeeltjes en regen, waterspatten, water uit
een waterslang en beschadiging door externe ijsvorming.
IP 67 = stofdicht (stof, vuil, zand enzovoort) en bescherming tegen
krachtige waterstralen. Het apparaat kan tevens gedurende korte
perioden (30 minuten) in water worden ondergedompeld.
Tabel 2-1
Toelichting bij het compatibiliteitslabel voor gevaarlijke locaties (vervolg)
Labeltekst
Beschrijving