Brother RJ-4040 Anleitung Für Quick Setup

Seite von 1
Beknopte bedieningsgids
Hartelijk dank voor de aanschaf van de draagbare Brother RJ‑4030/
RJ‑4040‑printer.
Lees vóór gebruik van de printer de Gebruikershandleiding (cd‑rom), 
Handleiding product veiligheid (gedrukt), Beknopte bedieningsgids (deze 
handleiding), Softwarehandleiding (cd‑rom) en Netwerkhandleiding 
(cd‑rom: alleen RJ‑4040). Bewaar deze documenten op een handige 
plaats zodat u er later dingen in kunt opzoeken. Ga voor het downloaden 
van de nieuwste handleidingen naar het Brother Solutions Center op 
http://solutions.brother.com/, waar u ook de nieuwste stuurprogramma’s 
en hulpprogramma's voor de printer kunt downloaden, antwoorden 
op veelgestelde vragen (FAQ's) en tips voor het oplossen van 
problemen kunt vinden, en meer te weten kunt komen over speciale 
afdrukoplossingen.
Gedrukt in China
LBB474001
Algemene beschrijving
Voorzijde
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13 14
Achterzijde
15
16
17
Wisselstroom‑/
gelijkstroomaansluiting
Seriële poort
USB‑poort
Knop voor het openen van de klep
Klep van het compartiment voor 
de RD‑rol
Papieruitvoer
 Aan/uit‑knop  
(om de printer in en uit te schakelen)
 Doorvoerknop  
(om papier door te voeren en de 
printerinstellingen af te drukken)
POWER‑lampje (Aan‑/uitlampje)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
   STATUS‑lampje (Statuslampje)
  BATT‑lampje (Batterijlampje)
     Bluetooth‑lampje (RJ‑4030)/
 Wi‑Fi‑lampje (RJ‑4040)
   Bluetooth‑knop (RJ‑4030)/ 
Wi‑Fi‑knop (RJ‑4040)  
(voor communicatie met uw Bluetooth‑
compatibele computer/adapter of het 
netwerktoegangspunt/de router)
   Riemhaak
   Klep batterijcompartiment
   Vergrendeling klep 
batterijcompartiment
   Batterijcompartiment
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
De printer aansluiten op externe voeding
Aansluiten op een spanningsbron voor wisselstroom (optioneel)
Sluit de printer aan op een stopcontact om de printer van stroom te 
voorzien of de oplaadbare batterij op te laden vanaf het lichtnet.
Sluit de netspanningsadapter aan op de printer.
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter.
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact (100‑240 VAC, 
50‑60 Hz).
1
2
Netspanningsadapter
Netsnoer
1.
2.
Aansluiten op een spanningsbron voor gelijkstroom (optioneel)
Sluit de printer aan aan op een 12 V‑contact in uw auto 
(sigarettenaansteker o.i.d.) om de printer van stroom te voorzien of 
de oplaadbare batterij op te laden vanaf de accu.
Sluit de autolader aan op een 12 V‑contact in de auto.
Sluit de autolader aan op de printer.
3
Autolader
3.
a
b
c
a
b
De oplaadbare li-ionbatterij gebruiken 
(optioneel)
De oplaadbare li-ionbatterij plaatsen
Druk op de vergrendeling van de klep van het batterijcompartiment 
om de klep te openen, kantel de klep omhoog en verwijder deze.  
Plaats de batterij in het batterijcompartiment.
1
2
Klep batterijcompartiment
Vergrendeling klep
1.
2.
Controleer of de haken op de rand van de batterij juist zijn ingestoken 
en plaats de klep terug.
De oplaadbare li-ionbatterij verwijderen
Verwijder de klep van het batterijcompartiment en de oplaadbare 
li‑ionbatterij en plaats de klep weer terug.
De oplaadbare li-ionbatterij opladen
Controleer of de printer uitgeschakeld is. Houd de   aan‑/uitknop 
ingedrukt om de printer uit te schakelen als die nog aan staat.
Controleer of de oplaadbare li‑ionbatterij zich in de printer bevindt.
Gebruik de netspanningsadapter en het netsnoer om de printer 
aan te sluiten op een stopcontact, of gebruik de autolader om de 
printer aan te sluiten op een spanningsbron voor gelijkstroom.
Het BATT‑lampje (Batterijlampje) brandt oranje als de printer wordt 
opgeladen.
Als de oplaadbare li‑ionbatterij volledig is opgeladen, dooft het 
BATT‑lampje (Batterijlampje). Koppel het netsnoer of de autolader 
los van de wisselstroom‑/gelijkstroomaansluiting van de batterij.
Zie voor meer informatie de Gebruikershandleiding op de cd‑rom.
a
b
a
b
c
De stuurprogramma’s installeren
Meld u zo nodig aan met beheerdersrechten.
Het volgende screenshot kan enigszins afwijken van het venster dat bij 
uw product wordt weergegeven.
Plaats de cd‑rom met het installatieprogramma in het 
cd‑romstation. Selecteer uw printer in het venster voor 
modelkeuze. Selecteer uw taal in het venster voor taalkeuze.
Klik op [
Normale installatie].
Klik op [
Gebruikershandleiding] om de Gebruikershandleiding 
te raadplegen.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op [
Akkoord] als u de 
voorwaarden aanvaardt.
Klik op [
Installeren] om de installatieprocedure te starten en voer de 
instructies op het scherm uit om de normale installatie te voltooien.
 Opmerking
U kunt optionele hulpprogramma's later downloaden van het 
Brother Solutions Center:  
http://solutions.brother.com  
[
Select your region/country] ‑ Kies uw product ‑ [Downloads].
Zie voor meer informatie de Gebruikershandleiding op de cd‑rom.
a
b
c
d
Draadloze netwerkverbindingen
Bluetooth-aansluiting (RJ-4030)
Voor communicatie tussen de printer en de Bluetooth‑
compatibele computer of adapter moet eerst de printer met 
de computer of het handheld apparaat worden gepaird met 
behulp van de Bluetooth‑managementsoftware.
Houd de   aan‑/uitknop ingedrukt om de printer in te schakelen en 
druk daarna op de Bluetooth‑knop.
Gebruik uw Bluetooth‑managementsoftware om de printer te 
detecteren. Daarna is Bluetooth‑communicatie ingeschakeld.
Wi-Fi-aansluiting (RJ-4040)
Voor communicatie tussen de printer en het 
netwerktoegangspunt of de router moeten eerst het 
printerstuurprogramma en hulpprogramma voor het 
opgeven van printerinstellingen worden geïnstalleerd. 
Houd de   aan‑/uitknop ingedrukt om de printer in te schakelen en 
druk daarna op de Wi‑Fi‑knop.  
Daarna is Wi‑Fi‑communicatie ingeschakeld.
Zie voor meer informatie de Gebruikershandleiding op de cd‑rom.
a
b
a
Bonnen of labels afdrukken
Installeer het printerstuurprogramma en de software.
Controleer of de printer op de juiste manier van voeding wordt 
voorzien. Gebruik een opgeladen batterij of sluit de printer aan op 
een spanningsbron voor wisselstroom of gelijkstroom.
Schakel de printer in. Het POWER‑lampje (Aan‑/uitlampje) dient 
groen te branden.
Sluit de printer aan op een computer of een handheld apparaat via 
USB, Bluetooth of Wi‑Fi.
Plaats de RD‑rol.
Druk bonnen of labels af
Zie voor meer informatie de Gebruikershandleiding op de cd‑rom.
De RD-rol plaatsen
Houd de aan‑/uit‑knop   ingedrukt om de printer uit te schakelen.  
Houd de knop voor het openen van de klep in gedraaide stand vast 
en trek de klep van het compartiment voor de RD‑rol open.
a
b
c
d
e
f
a
Druk de aanpassingsvergrendeling in de richting van de pijl en 
schuif hem naar links of naar rechts. Omdat de rolgeleider daarbij 
ook wordt verplaatst, dient u de stand daarvan aan te passen aan 
de breedte van het papier met behulp van de schaalverdeling die 
in reliëf is aangebracht in de printer.
1
2
3
2
Aanpassingsvergrendeling
Rolgeleider
Schaalverdeling
1.
2.
3.
Plaats een RD‑rol omgekeerd in het compartiment voor de 
RD‑rol zodat de labels van onder af worden aangevoerd, zoals 
weergegeven. 
Lijn de RD‑rol uit met de geleidestreepjes.
5
4
Geleidestreepjes
Afscheurbalk
4.
5.
Sluit de klep van het compartiment door op het midden van de klep 
te drukken en houd dan de aan‑/uitknop   ingedrukt om de printer 
in te schakelen.
b
c
d
De RD-rol plaatsen (vervolg)
RJ-4030
RJ-4040
Lampjes
= Lampje brandt
G = Groen
O = Oranje
R = Rood
B = Blauw
= Lampje knippert
= Lampje knippert 1 of 2 keer in elke kleur en 
dooft daarna
= Lampje knippert in één van de kleuren of patronen
(uit) = Lampje is uit
Voorbeeld: 
G
 = lampje knippert groen
POWER 
(AAN/UIT) STATUS
BATT
(BATTERIJ)
 (Bluetooth)
 (Wi-Fi)
Beschrijving
G
De printer is ingeschakeld
O
Klep van het compartiment voor de 
rol is open
G
De printer ontvangt gegevens
Bezig met gegevensoverdracht
G
R
Fout
Afdrukfout
Doorvoerstoring
Fout klep open
Communicatiefout
Beeldverwerkingsfout
Fout zoeken in database
Fout geen sjabloon
Fout zoeken naar toegangspunt
Fout verbinden met toegangspunt
Beveiligingsfout
R
R
(uit)
Fout
Batterijfout
Fout massaoplag
R
R
R
(uit)
Systeemfout
(uit)
R
(uit)
(uit)
Modus opstarten actief
POWER 
(AAN/UIT) STATUS
BATT
(BATTERIJ)
 (Bluetooth)
 (Wi-Fi)
Beschrijving
B
(Eens per drie 
seconden)
Draadloos ingeschakeld, niet 
verbonden*
B
Draadloos of Bluetooth 
ingeschakeld, verbonden
B
(Eens per 
seconde)
Instellen WPS*
O
O
O
(uit)
Reset...
O
O
O
Formatteren voltooid (als 
[
Afdrukgegevens na te zijn 
afgedrukt] is ingesteld op [Wissen])
O
Afkoelen...
O
MCR‑leesmodus
O
G
(uit)
MCR‑lezen succesvol
O
R
(uit)
MCR‑leesfout
O
(Eens per 
4 seconden)
Oplaadbare batterij: halfvol
O
(Twee 
keer per 
4 seconden)
Oplaadbare batterij: bijna leeg
O
(Eens per 
seconde)
Batterij moet worden opgeladen
O
Opladen...
(uit)
Oplaadbare batterij: vol
Opladen voltooid
G
G
(uit)
Massaopslagmodus actief
G
G
B
Bestand verwerken in 
massaopslagmodus...
G
R
(uit)
(uit)
Initialiseren...
* Alleen RJ‑4040
Problemen oplossen
De printer drukt niet af of er is een afdrukfout.
Is de kabel los?
Controleer of de kabel goed is aangesloten.
Is de RD‑rol correct geplaatst?
Zo niet, verwijder dan de RD‑rol en plaats deze opnieuw.
Is er nog genoeg van de rol over?
Indien niet, plaats dan een nieuwe RD‑rol.
Staat de klep van het compartiment voor de RD‑rol open?
Controleer of de klep van het compartiment voor de RD‑rol goed gesloten is.
Is er een afdrukfout of een transmissiefout opgetreden?
Schakel de printer uit en weer in. Neem contact op met de klantenservice van Brother als het 
probleem aanhoudt.
Raakt de rolgeleider de linkerzijde van de RD‑rol niet?
Schuif de rolgeleider tegen de zijkant van de RD‑rol.
Het POWER-lampje (Aan-/uitlampje) brandt niet.
Is het netsnoer goed aangesloten?
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten. Als de stekker goed in het stopcontact is 
gestoken, probeer dan een ander stopcontact.
Neem contact op met de klantenservice van Brother als het POWER‑lampje (Aan‑/uitlampje) 
nog steeds niet brandt.
Op afgedrukte labels verschijnen strepen of tekens van slechte kwaliteit, of de labelinvoer 
werkt niet goed.
Is de printkop of de rol vuil?
Bij normaal gebruik blijft de printkop over het algemeen schoon, maar soms kan er tape of vuil van 
de rol aan de printkop blijven hangen. Reinig de rol als dit gebeurt.
Er wordt een gegevenstransmissiefout aangegeven op de computer.
Is de juiste poort geselecteerd?
Controleer of u de juiste poort hebt geselecteerd.
Staat de printer in de afkoelmodus (het POWER‑lampje (Aan‑/uitlampje) knippert oranje)?
Wacht tot het lampje ophoudt met knipperen en probeer opnieuw af te drukken.
Is iemand bezig af te drukken via het netwerk?
Als u probeert af te drukken terwijl andere gebruikers grote hoeveelheden gegevens afdrukken, 
kan de printer uw afdruktaak pas accepteren nadat de grote taak is afgedrukt. Voer in dergelijke 
situaties de afdruktaak opnieuw uit nadat de andere taken zijn voltooid.
Labels lopen vast of worden na het afdrukken niet goed uitgeworpen.
Zit er vuil of stof op de rol waardoor deze niet vrij kan draaien?
Controleer of de uitworproute van het label niet wordt belemmerd.
Controleer of de RD‑rol juist geplaatst is door deze te verwijderen en opnieuw te plaatsen.
Zorg ervoor dat de klep van het compartiment voor de RD‑rol goed gesloten is.



De afdrukkwaliteit is slecht.
Zit er vuil of stof op de rol waardoor deze niet vrij kan draaien?
Reinig de rol.
Afgedrukte barcodes kunnen niet worden afgelezen.
Plaats het label ten opzichte van de printkop zoals hieronder getoond.
1
2
3
Labeluitvoersleuf
Printkop
Aanbevolen afdrukrichting
1.
2.
3.
Sommige scanners kunnen geen barcodes lezen. Probeer een andere scanner.
We raden u aan [
Kwaliteit] in het venster met printereigenschappen in te stellen op 
[
Geef voorrang aan de afdrukkwaliteit] bij het afdrukken van barcodes.

Ik wil de printer resetten/de door de computer doorgestuurde gegevens verwijderen.
Ga als volgt te werk om de printer te resetten:
Houd de aan‑/uit‑knop   ingedrukt om de printer uit te schakelen.
Houd de doorvoerknop 
 en de aan‑/uitknop   ingedrukt totdat de lampjes POWER  
(Aan‑/uitlampje), STATUS (Statuslampje) en BATT (Batterijlampje) oranje beginnen te 
knipperen.
Houd de aan‑/uitknop   ingedrukt terwijl u 3 keer op de doorvoerknop 
 drukt.
Laat de aan‑/uitknop   en de doorvoerknop 
 gelijktijdig los.
Alle door de computer doorgestuurde gegevens worden verwijderd en de fabrieksinstellingen van 
de printer worden hersteld.
1.
2.
3.
4.
Ik wil de huidige afdruktaak annuleren.
Controleer of de printer is ingeschakeld en druk eenmaal op de aan‑/uitknop  .
De printer onderhouden
De printer moet worden onderhouden als dit nodig is. In sommige 
omgevingen (bijvoorbeeld in stoffige ruimtes) is echter een frequenter 
onderhoud vereist.
De printkop onderhouden
Veeg de printkop schoon met een wattenstaafje.
1
Printkop
1.
De rol onderhouden
Verwijder vuil van de rol met een stukje plakband.
2
Rol
2.
De papieruitvoer onderhouden
Als zich lijm ophoopt bij de papieruitvoer en er papierstoringen 
optreden, verwijder dan de stekker van het netsnoer van de 
printer uit het stopcontact en reinig de papieruitvoer met een 
doek bevochtigd met isopropylalcohol.
3
Papieruitvoer
3.
Internetadressen
Brother website: http://www.brother.com
Brother Developer Center: http://www.brother.com/product/dev/
Voor veelgestelde vragen (FAQ), productondersteuning, technische 
vragen, updates van stuurprogramma's en hulpprogramma's kijkt u op: 
http://solutions.brother.com
De printerinstellingen afdrukken
U kunt met de doorvoerknop   een rapport afdrukken met de 
volgende printerinstellingen:
Programmaversie
Overzicht printergebruik
Testpatroon ontbrekende punten
Instellingsgegevens hulpprogramma's
Lijst met doorgestuurde gegevens
Netwerkinstellingsgegevens
Wi‑Fi‑instellingsgegevens
 Opmerking
U kunt in het hulpprogramma instellen welke gegevens worden 
afgedrukt.
De naam van het knooppunt staat in de printerinstellingen. De 
standaard naam van het knooppunt is "BRWxxxxxxxxxxxx". 
("xxxxxxxxxxxx" is gebaseerd op het MAC‑adres/Ethernet‑adres 
van de printer.)
Plaats zo nodig een rol 101,6 mm papier en sluit de klep van het 
compartiment voor de RD‑rol.
Schakel de printer in.
Houd de doorvoerknop    ingedrukt tot het POWER‑lampje  
(Aan‑/uitlampje) groen begint te knipperen.  
De instellingen worden verzonden.
 Opmerking
Voor het afdrukken van printerinstellingen raden wij aan een rol 
van 101,6 mm te gebruiken.
U kunt deze handeling ook uitvoeren met het RJ‑hulpprogramma.
Zie voor meer informatie de Gebruikershandleiding op de cd‑rom.






a
b
c
Als u afdrukt via de USB-kabel, hapert de printer herhaaldelijk en gaat dan weer verder met 
afdrukken.
Is de printer ingesteld voor vervolgprinten?
Zo ja, stel de afdrukmodus dan in op afdrukken met buffer.
Voor Windows
®
 XP:  
Open de printereigenschappen via [
Configuratiescherm] ‑ [Printers en andere hardware] ‑ 
[
Printers en faxapparaten] en klik op [Voorkeursinstellingen voor afdrukken] op het tabblad 
[
Algemeen]. Klik op het tabblad [Overig] en kies de optie [Na de ontvangst van een pagina met 
gegevens].
Voor Windows Vista
®
:  
Open de printereigenschappen via [
Configuratiescherm] ‑ [Hardware en geluid] ‑ [Printers] en 
klik op [
Voorkeursinstellingen voor afdrukken] op het tabblad [Algemeen]. Klik op het tabblad 
[
Overig] en kies de optie [Na de ontvangst van een pagina met gegevens].
Voor Windows
®
 7  
Open de printereigenschappen via [
Apparaten en printers], klik met de rechtermuisknop op 
de printer waarvan u de instellingen wilt wijzigen en selecteer [
Voorkeursinstellingen voor 
afdrukken]. Selecteer de optie [Na de ontvangst van een pagina met gegevens].
Er treedt een fout op omdat het begin van de labels op de rol niet is gevonden.
Geef bij een doorvoerfout met het hulpprogramma voor aangepaste labels de juiste 
papierinstellingen door aan de printer.
De toepassing op de computer zou gegevens naar de printer moeten sturen, maar het 
POWER-lampje (Aan-/uitlampje) brandt niet groen.
Controleer of de USB‑kabel juist is aangesloten. Probeer het met een andere USB‑kabel.
Controleer, afhankelijk van de vraag of u met Bluetooth of WiFi werkt, of het   Bluetooth‑lampje, 
dan wel het 
 Wi‑Fi‑lampje blauw brandt. Controleer de verbinding als dat niet zo is.
Nederlands