Samsung NX500 Benutzerhandbuch

Seite von 222
Opnamefuncties
87
87
Opnamefuncties
Opnamefuncties
AF-stand
Hier vindt u informatie over de scherpstelmethoden van de camera.
U kunt de geschikte scherpstelmodus selecteren voor het onderwerp: 
Enkelvoudige AF, Continu Autofocus, Actief AF of Handmatig scherpstellen. De 
AF-functie wordt geactiveerd wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt. In de 
MF-modus (handmatige scherpstelling) moet u aan de scherpstelring op de 
lens draaien om handmatig scherp te stellen.
In de meeste gevallen kunt u de camera scherpstellen door Enkelvoudige AF 
te selecteren. Snel bewegende onderwerpen en onderwerpen met een klein 
schaduw verschil met de achtergrond, zijn lastig scherp te krijgen. Kies voor 
dergelijke situaties een geschikte scherpstelmethode.
Als uw lens beschikt over een AF/MF-schakelaar, moet u de schakelaar 
instellen op de geselecteerde modus. Stel de schakelaar in op AF wanneer u 
Enkelvoudige AF, Continu AF of Actief AF selecteert. Stel de schakelaar in op 
MF wanneer u Handmatig scherpstellen selecteert.
Als de lens geen AF/MF-schakelaar heeft, drukt u op [F] om de gewenste 
AF-stand te selecteren.
U stelt als volgt de 
autofocusmodus in:
In de opnamemodus drukt u op [F] 
ĺ
 een optie.
• 
U kunt de optie ook instellen door op [m] 
ĺ
 b 
ĺ
 AF-stand 
ĺ
 een optie te 
drukken in de opnamemodus.
• 
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kunnen de beschikbare opties verschillen.