Pentax MX-1 Bedienungsanleitung
75
2
O
pna
m
en
m
aken
m
aken
3
Selecteer [Scènemodus] met de vierwegbesturing
(2345) en druk op de knop 4.
(2345) en druk op de knop 4.
Het scènepalet wordt weergegeven.
4
Kies een scènestand met de
vierwegbesturing (2345).
vierwegbesturing (2345).
Als in het scènepalet een pictogram wordt
geselecteerd, verschijnt de
bedieningsaanwijzing voor de geselecteerde
scènestand.
geselecteerd, verschijnt de
bedieningsaanwijzing voor de geselecteerde
scènestand.
5
Druk op de knop 4.
De camera gaat terug naar het bedieningspaneel.
6
Druk op de knop M.
De camera gaat in de opnamestand.
Als u de flitser wilt gebruiken, verschuift u de
knop b om de flitser uit te klappen (p.92).
Als u de flitser wilt gebruiken, verschuift u de
knop b om de flitser uit te klappen (p.92).
Wanneer u op de knop 3 drukt met de
functiekiezer op !, wordt [Scènemodus]
weergegeven in het menu [A Opnemen 1].
Druk op de vierwegbesturing (5) om het
scènepalet weer te geven, zodat u een
scènestand kunt selecteren.
functiekiezer op !, wordt [Scènemodus]
weergegeven in het menu [A Opnemen 1].
Druk op de vierwegbesturing (5) om het
scènepalet weer te geven, zodat u een
scènestand kunt selecteren.
Strand & Sneeuw
Strand & Sneeuw
Voor fel verlichte opnamen
met bijvoorbeeld zand en
sneeuw. Exacte lichtmeting
met bijvoorbeeld zand en
sneeuw. Exacte lichtmeting
Voor fel verlichte opnamen
met bijvoorbeeld zand en
sneeuw. Exacte lichtmeting
met bijvoorbeeld zand en
sneeuw. Exacte lichtmeting
Stop
Stop
OK
OK
37
37
1/
1000
1/
1000 F8.5
F8.5
12800
12800
Scènemodus
Scènemodus
Opname-instell.
Opname-instell.
Opname-instell.
Witbalans
Witbalans
Witbalans
AF-instelling
AF-instelling
AF-instelling
Autom. lichtmet.
Autom. lichtmet.
Autom. lichtmet.
ND-filter
ND-filter
ND-filter
Auto
Auto
Einde
Einde