Panasonic DMC-LX100 Bedienungsanleitung
56
SQW0028
Basisbediening
Fotograferen
•Druk op de [
]-knop ( ) om de aandrijfstand in te stellen op [ ] ([Enkel]).
1
Selecteer de opnamemodus
2
Stel scherp op het onderwerp
Half indrukken (licht indrukken voor scherpstellen)
•De diafragmawaarde en de sluitertijd worden
weergegeven. (Als de diafragmawaarde en de sluitertijd
in rood worden weergegeven en knipperen, hebt u niet
de juiste belichting, tenzij u de flitser gebruikt.)
•Wanneer u een foto maakt op een donkere locatie,
wordt [ ] weergegeven voor de schepstelaanduiding
en kan het langer duren dan gewoonlijk om scherp te
stellen.
•Wanneer [AFS/AFF/AFC] in het [Opname]-menu is
ingesteld op [AFF] of [AFC]
– U hoort alleen de eerste keer als de camera
scherpstelt een pieptoon terwijl u de ontspanknop
half indrukt.
– Wanneer de automatische scherpstelmodus is
ingesteld op aangepast multi, zoals [ ] en [ ],
wordt het AF-gebied alleen de eerste keer
weergegeven wanneer de camera scherp is gesteld
terwijl u de ontspanknop half indrukt.
Scherpstelaanduiding
( Goed scherpgesteld: brandt
Niet goed scherpgesteld:
knippert)
Diafragmawaarde
Sluitertijd
AF-gebied
( Goed scherpgesteld: groen)
3
Maak een foto
Volledig indrukken (helemaal indrukken om een opname te
maken)
●
De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon wanneer niet
goed is scherpgesteld.
Gebruik het in rood weergegeven scherpstelbereik ter referentie.
Ook al wordt de scherpstelaanduiding weergegeven, dan nog kan de
camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het
scherpstelbereik valt.
●
Het weergegeven AF-gebied kan groter zijn, afhankelijk van de
opnameomstandigheden, zoals donkere locaties of zoomfactor.
●
De kwaliteit van de beeldweergave kan slechter zijn tijdens de
automatische scherpstelling.
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik