Panasonic SC-PT 250 Bedienungsanleitung
21
21
RQTX0079
DISC-BEDIENINGEN
NEDERLANDS
Functies menu (vervolg)
PLAY SPEED
Om de weergavesnelheid te veranderen
– van “x0.6” tot “x1.4” (in 0,1 unit stappen)
– van “x0.6” tot “x1.4” (in 0,1 unit stappen)
Voorbeeld:
T
P L A Y S P E E D
2 C 2
1 : ✱✱✱
/
2 0 c h
O F F
:
1 E NG
x 1 . 0
1
• Druk op [
3, PLAY] om het normale terugspoelen te hervatten.
• Nadat u de snelheid verandert
– Dolby Pro Logic
– Dolby Pro Logic
II heeft geen effect.
– Audio output schakelt naar 2-kanaals stereo.
– Sample frequentie van 96 kHz wordt omgezet in 48 kHz.
• Deze functie werkt mogelijk niet, afhankelijk van de opname van de disc.
– Sample frequentie van 96 kHz wordt omgezet in 48 kHz.
• Deze functie werkt mogelijk niet, afhankelijk van de opname van de disc.
ROTATION
Om een afbeelding te draaien (in de pauzestand)
: 0 90 180 270
C
ROT A T I ON
8
O F F
0
O F F
REPEAT MODE
Voorbeeld:
T
RE P E A T MOD E
2 C 2
1 : ✱✱✱
/
2 0 c h
x 1 . 0
O F F
:
1 E NG
1
(Alleen wanneer de verstreken weergavetijd kan worden getoond.)
: OFF (Uit) TITLE (Titel) CHAP. (Hoofdstuk) A–B
: OFF (Uit) ALL (Alles) PG (Programma) of PL (Afspeellijst) A–B
: OFF (Uit) ALL (Alles) TRACK A–B
: OFF (Uit) ALL (Alles) GROUP (Groep)
*
CONTENT (Inhoud) A–B
: OFF (Uit) ALL (Alles) GROUP (Groep)
*
CONTENT
(Inhoud)
: OFF (Uit) ALL (Alles) GROUP (Groep)
*
*
“GROUP (Groep)” zal niet worden weergegeven tijdens het programmeren of willekeurig afspelen.
SUBTITLE
Om de taal voor de ondertitels te kiezen
Voorbeeld:
T
SUB T I T E
L
2 C 2
1 : ✱✱✱
/
2 0 c h
O F F
:
1 E NG
1
x 1 . 0
(met verschillende ondertitels)
(alleen SVCD)
• Bij +R/+RW wordt soms een ondertitelingsnummer getoond voor ondertitels die niet worden
weergegeven.
•
“ON” of “OFF” wordt alleen getoond bij schijven waarop informatie over ondertitels aan/
uit staat (Informatie over ondertitels aan/uit kan niet worden opgenomen met DVD-recorders van
Panasonic).
Panasonic).
ANGLE
(opgenomen uit verschillende hoeken) Selecteer een video hoek
Voorbeeld:
T
ANG L E
2 C 2
1 : ✱✱✱
/
2 0 c h
O F F
:
1
1
E NG
x 1 . 0
PICTURE MODE
Voorbeeld:
N
P I C T UR E M
E
OD
ORMA L
N O R A
M L
NORMAL :
Normale
afbeeldingen.
CINEMA1
: Verzacht de beelden en benadrukt details in donkere scènes.
CINEMA2
: Verscherpt de beelden en benadrukt details in donkere scènes.
DYNAMIC
: Verbetert het contrast voor krachtige beelden.
ANIMATION : Geschikt voor animatie.
RQTX0079-H_1Du.indd 21
RQTX0079-H_1Du.indd 21
2/27/07 3:17:21 PM
2/27/07 3:17:21 PM