C&E Profi Funk-Farb-Wetterstation Wireless Weather Station W237-8+W266G8 9129c19 Datenbogen

Produktcode
W237-8+W266G8 9129c19
Seite von 112
93
9. Ingebruikname
a) Batterijen in de buitensensor plaatsen
Open het batterijvak (18) aan de onderzijde van de buitensensor door de beide schroeven van het batterijvakdeksel 
uit te draaien en het batterijvakdeksel daarna af te nemen. 
Plaats vier batterijen van het type AA/mignon met de juiste polariteit in het batterijvak. Houd rekening met de juiste 
polariteit (plus/+ en min/-).
  Het gebruik met accu´s is in principe mogelijk. Door de lagere capaciteit en lagere spanning van accu´s 
(accu = 1,2 V, batterij = 1,5 V) zal de bedrijfsduur wel korter zijn. 
 
Bovendien zijn accu‘s gevoeliger voor koude (vb. in de winter) wat de bedrijfsduur verder vermindert. We 
adviseren u derhalve  bij voorkeur alkaline-batterijen te gebruiken om een langdurig en veilig bedrijf moge-
lijk te maken. 
 
Als u ondanks de beperkingen de accu‘s wilt gebruiken, verkiest u beter speciale NiMH-accu‘s met een 
geschikte zelfontlading aangezien anders vaak accuwissels nodig zijn.
Sluit het batterijvak weer.
b) Montage van de buitensensor
Monteer de buitensensor buiten op een geschikte plaats. 
De opvangopening van de regensensor moet naar boven wijzen. Let bovendien op dat de opvangopening loodrecht 
ligt aangezien het anders tot beïnvloeding van de meetwaarde komt. 
  Let op de volgende informatie voor de keuze van de montageplaats:
 
De montageplaats moet vrij liggen zodat de windsnelheids- en windrichtingssensor correcte waarden kan 
weergeven. Een minimumafstand van 10 meter tot gebouwen is aangewezen.
 
Monteer de buitensensor niet in de buurt van een boom of struik omdat anders vallende bladeren de ope-
ning in de regensensor kunnen verstoppen.
 
Het bereik tussen de zender in de buitensensor en het weerstation bedraagt in vrij veld (bij rechtstreekse 
visuele verbinding tussen zender/ontvanger) tot 100 m bedraagt. 
 
Het effectief bereikbare bereik echter kleiner is aangezien zich tussen het weerstation en de buitensensor 
wanden, meubels, vensters of planten bevinden. 
 
Een andere storende invloed die het bereik sterk vermindert, de nabijheid is van elektrische/elektronische 
apparaten, kabels of metalen onderdelen. Problematisch zijn ook plafonds uit staalbeton, metaalbeklede 
isolerende ramen of andere apparaten op dezelfde zendfrequentie.
 
Voor u de buitensensor vast monteert (en vb. gaten voor bevestigingstapeinden boort), moet u daarom een 
functie- en ontvangsttest uitvoeren.
De buitensensor kan via diverse openingen op verschillende plaatsen worden bevestigd. Wandmontage via geschikte 
schroeven/tapeinden is bijvoorbeeld mogelijk of een mastbevestiging met kabelbinders of pijpklemmen/schroeven.
Naargelang de montageplaats (vb. aan een carport) kan evt. ook een L-vormige houder worden gebruikt die als 
accessoire voor SAT-sleutels verkrijgbaar is.