Reely 4WD RtR 2.4 GHz QCO10E4W122EV60R02 Datenbogen

Produktcode
QCO10E4W122EV60R02
Seite von 100
93
Plaats een dun stukje papier (max. 80g-papier!) tussen het motorrondsel en hoofdtandwiel. Draai het hoofdtandwiel 
zodat het stukje papier tussen beide tandwielen wordt getrokken. 
Door de druk van het papier wordt de elektromotor zo ver als nodig teruggeduwd. 
Draai nu in deze positie de bevestigingsschroeven van de motor weer vast.
Als u vervolgens het hoofdtandwiel terugdraait om het strookje papier weer weg te nemen, is tussen beide tandwielen 
de noodzakelijke afstand ingesteld.
  In het ideale geval staat het motorritsel zo dicht mogelijk bij het hoofdtandwiel, zonder dat de tanden raken 
en de tandwielen daardoor strak lopen.
 
Indien de tandwielen (motorritsel en hoofdtandwiel) te ver van elkaar staan, dan worden al na enkele se-
conden rijden de tanden van het hoofdwiel en het motorritsel gewoon weggefreesd - verlies van garantie/
waarborg!
 
Als het motorritsel daarentegen tegen het hoofdtandwiel drukt (de tandwielen lopen spelingvrij), dan leidt dit 
tot vermogensverlies, een hoger stroomverbruik (de motor heeft al veel kracht nodig om het hoofdtandwiel 
te draaien) en voortijdige slijtage van het hoofdtandwiel.
d) Wiel vervangen
De banden zijn op de velg vastgemaakt opdat ze niet van de velg kunnen worden losgemaakt. Wanneer de banden 
zijn afgereden, moet daarom het gehele wiel worden vervangen. 
Na het losmaken van de wielmoer (C) trekt u het wiel van de wielas af.
Aansluitend wordt het nieuwe wiel geplaatst zodat de inbus binnen aan de velg precies op de zeskant van het 
remschijven-elelment (B) steekt. 
Schroef het wiel met bij het begin verwijderde wielmoer (C) op de wielas (D) vast. Gebruik echter bij het vastschroeven 
geen geweld aangezien anders het wiel maar moeilijk draait, waardoor de aandrijving kan worden beschadigd.
Mogelijkerwijze biedt de wielmeenemermoer (A) met het remschijven-element (B) bij het verwijderen van het wiel in
de velg steken of lost ze zich van de wielas (D). Let er dan op dat de meeneempen (E) niet uitvalt of verloren gaat. 
Wanneer later het wiel opnieuw wordt gemonteerd, moet er absoluut worden gecontroleerd dat de meeneempen (E) 
precies in het midden van de wielas (D) steekt in de overeenkomstige bout in de wielmeenemermoer (A) steekt.
Bij een ontbrekende meenemerstift (E) kan er geen draaimoment van de motor op het wiel worden overgedragen;
het wiel draait vrij door.
A
B
C
D
A
B
C
D
E
E
Vooras
Achteras