Wr Rademacher 26400695 Datenbogen

Seite von 26
16
NL
4.
2.
1.
t
5.
3.
6.
Eindposities instellen
Er bestaan verschillende mogelijkheden om de eindposities in te 
stellen: 
 
Automatische instelling van de eindposities.
 
Manuele instelling van de eindposities:
  -  Manuele instelling van de bovenste eindpositie en instelling van de onderste  
    eindpositie via obstakelherkenning.
  -   Instelling van de bovenste eindpositie via blokkeerherkenning en manuele instelling  
    van de onderste eindpositie.
  -   Bovenste/onderste eindpositie manueel instellen
Belangrijke relatie tussen de instelling van de onderste eindpositie en 
de montage van de meenemer.
 
Indien de meenemer zonder vrijloop wordt gemonteerd, wordt de buismotor niet auto- 
  matisch uitgeschakeld, omdat hij geen obstakel resp. de onderste eindpositie niet  
  herkent.
 
Indien de meenemer met vrijloop wordt gemonteerd, wordt de buismotor pas  
  automatisch uitgeschakeld, zodra de meenemer de vrijloop heeft overwonnen en de  
  rolluiklamellen gesloten zijn.
BELANGRIJK
 
Bij gebruik zonder stopper (21) kan het rolluik in de rolluikkast  
  schuiven en worden beschadigd.  
 
Het rolluik moet met een stopper 
(21) of een eindrail zijn uitgerust.
 
Voor beide looprichtingen, omhoog (▲)/ omlaag (t), moeten eindposities worden 
  ingesteld. Bij het bereiken van deze posities wordt de motor uitgeschakeld.
 
De motor moet volledig gemonteerd zijn.
 
In de zone van de onderste eindpositie moet een voldoende vaste begrenzing (bijv.  
  een vensterbank) worden gemonteerd als de instelling van de eindpositie automatisch  
  moet gebeuren.
 
De insteldraad (j) moet na het instellen van de eindposities aan de  
  neutrale draad (f) worden aangesloten.
Automatische instelling van de eindposities
Met deze fabrieksinstelling kan de buismotor de eindposities automatisch zoeken en 
instellen.
OPMERKING
Mocht de automatische instelling van de eindposities niet lukken, moeten de fabrieksin-
stellingen van de buismotor worden teruggezet (zie pagina 20) om de actie te kunnen 
herhalen.
Vereisten voor de automatische instelling van de eindposities:
 
De meenemer 
(8) moet met vrijloop worden gemonteerd (zie afb. 4.a; pagina 9).
BELANGRIJK
 
Tijdens de automatische instelling van de eindposities moet de buismotor aan het  
  elektriciteitsnet aangesloten zijn. De netaansluiting moet continu gegarandeerd zijn.
Rol het rolluik eerst op. 
Druk hiervoor afhankelijk van de montagesituatie van de buismotor op de omhoog-(▲)-toets of op de omlaag-(t)-toets.
Het rolluik beweegt naar boven tot de bovenste eindpositie en wordt kort uitgeschakeld. 
Vervolgens wijzigt de buismotor de draairichting en beweegt het rolluik naar beneden.
Zodra het rolluik volledig dicht is, wordt de buismotor automatisch uitgeschakeld. De positie van het rolluik wordt 
als onderste eindpositie opgeslagen.
Vervolgens beweegt het rolluik weer naar boven en wordt de motor uitgeschakeld. Deze positie wordt als bovenste 
eindpositie opgeslagen.
OPMERKING
Tijdens het gebruik wordt het rolluik ontlast omdat de stoppers niet voortdurend aanslaan en op die manier de trekspanning wordt gereduceerd.
Schakel de buismotor ten slotte voor enkele seconden spanningsloos. Daarna is de buismotor bedrijfsklaar.
BELANGRIJK
De insteldraad (j) moet na het instellen van de eindposities aan de neutrale draad (f) worden aangesloten.