Wr Rademacher 26602095 Datenbogen

Seite von 26
13
NL
STOP
(11)
 
L1 
L1 
N
PE
(15)
10
1.
Veiligheidsinstructies voor de elektrische aansluiting
Bij alle werkzaamheden aan elektrische systemen bestaat levensgevaar 
door elektrische schokken. 
 
De netaansluiting van de buismotor en alle werkzaamheden aan elektrische systemen  
  mogen uitsluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de aansluitings- 
  schema’s in deze handleiding worden uitgevoerd.
 
Maak de toevoerleiding alpolig van het net los en borg deze tegen onbedoeld  
  inschakelen.
 
Controleer het systeem op spanningsloosheid.
 
Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamheden in spanningsloze toestand uit.
Gevaar voor kortsluiting door beschadigde kabels. 
 
Leg alle kabels zo in de rolluikkast dat deze niet door beweeglijke onderdelen  
  beschadigd kunnen raken.
 
De netaansluitingskabel van deze aandrijving mag alleen met hetzelfde kabeltype  
  worden aangesloten. Neem indien nodig contact op met de klantenservice.
Bij vast geïnstalleerde apparaten... 
... moet er volgens DIN VDE 0700 een scheidingsinrichting voor iedere fase worden 
voorzien. Als scheidingsinrichting gelden schakelaars met een contactopeningswijdte van 
ten minste 3 mm (bijv. LS-schakelaars, zekeringen of FI-schakelaars).
Gevaar voor kortsluiting door water bij verkeerde kabelgeleiding. 
Leg de motorkabel 
(15) nooit direct verticaal naar boven, anders kan water mogelijk via de 
kabel in de motor komen en deze vernielen. Geleid de kabel in een lus. De lus zorgt ervoor 
dat het water langs de kabel op het laagste punt van de lus verzamelt en er daar af druppelt.
De motorkabel (afbeelding j)
Geleid de motorkabel (15) na het plaatsen van de motor in de daarvoor 
voorziene aansluit- of schakeldoos.
Kleurenscala van de motorleiding (15)
 
Insteldraad 
(wit)
L1 
 
(zwart) *
L1 
 
(bruin) *
Neutrale draad   (blauw)
PE 
Aarding  
(groen/geel)
(11)   =  
Insteltoets aan buismotor
* OPMERKING  De daadwerkelijke looprichting van de buismotor en het rolluik hangen 
 
 
af van de montagerichting en de bedrading van de buismotor.