Polar AXN300 User Manual

Page of 84
15
DE HOOFDFUNCTIES VAN DE POLAR OUTDOOR COMPUTER
2.2 HOOFDFUNCTIE ALTI (HOOGTEMETER)
U gebruikt de hoofdfunctie Alti om te controleren op welke hoogte u zich bevindt terwijl u aan het sporten bent.
U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om te controleren hoe hoog u bent gekomen bij een bergwandeling.
Druk in de hoofdfunctie Time op de Up  -knop om de hoofdfunctie Alti te activeren.
Bij de hoofdfunctie Alti wordt de volgende informatie weergegeven:
Opmerking:
• Als de hoogtemeter niet actief is en de barometer 
 wel actief is, is de grafische hoogtetrend een rechte lijn. De laatst gemeten hoogte wordt
weergegeven op het display.
• Als uw hartslag niet wordt weergegeven en -  -  op het display wordt weergegeven, is de waarneming van uw hartslag gestopt. Houd de polsunit
dicht bij het Polar logo op de borstband om de waarneming van uw hartslag weer te starten. U kunt ook de Down  -knop ingedrukt houden om de
informatie op de onderste regel te wijzigen.
Als u de borstband draagt, worden het hartslagsymbool 
 en uw huidige
hartslag (slagen per minuut) weergegeven.
Het symbool 
 wordt weergegeven wanneer de
hoogtemeter actief is. Raadpleeg pagina 31 voor meer
informatie over het activeren van de hoogtemeter.
Grafische hoogtetrend.
Het laatst bijgewerkte punt.
De huidige hoogte.