Sony cdx-h910ui User Guide
17
Een iPod rechtstreeks bedienen
— Passagiersbediening
— Passagiersbediening
U kunt een iPod die is aangesloten op de
dockconnector rechtstreeks bedienen.
dockconnector rechtstreeks bedienen.
1
Houd tijdens het afspelen (MODE)
ingedrukt.
"MODE IPD" wordt weergegeven en u kunt
de iPod rechtstreeks bedienen.
ingedrukt.
"MODE IPD" wordt weergegeven en u kunt
de iPod rechtstreeks bedienen.
De schermitems wijzigen
Druk op (DSPL).
De schermitems worden als volgt gewijzigd:
Tracknaam
Druk op (DSPL).
De schermitems worden als volgt gewijzigd:
Tracknaam
t Artiestennaam t Albumnaam
t MODE IPD t Klok
De passagiersbediening uitschakelen
Houd (MODE) ingedrukt.
"MODE AUD" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in
"RESUMING".
Houd (MODE) ingedrukt.
"MODE AUD" wordt weergegeven en de
weergavestand wordt gewijzigd in
"RESUMING".
Opmerkingen
• Het volume kan alleen worden aangepast op het
• Het volume kan alleen worden aangepast op het
apparaat.
• Als deze modus wordt geannuleerd, wordt de
instelling voor herhalen uitgeschakeld.
Overige functies
De geluidsinstellingen wijzigen
De geluidskenmerken wijzigen
1
Druk herhaaldelijk op (SELECT/ENTER)
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
tot het gewenste item wordt
weergegeven.
2
Draai de regelknop om het
geselecteerde item aan te passen.
geselecteerde item aan te passen.
3
Druk op
(BACK).
De instelling is voltooid en het scherm keert
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
terug naar de normale weergave-/
ontvangststand.
De volgende items kunnen worden ingesteld
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
(volg de paginaverwijzing voor meer informatie):
DSO (dynamische soundstage-indeling)
Het geluid van de luidsprekers wordt verbeterd.
De DSO-stand selecteren: "1", "2", "3" of
"OFF". Hoe groter het getal, des te duidelijker
het effect.
De DSO-stand selecteren: "1", "2", "3" of
"OFF". Hoe groter het getal, des te duidelijker
het effect.
LOW*
1
, MID*
1
, HI*
1
BAL (balans)
De geluidsbalans tussen de linker- en
rechterluidsprekers aanpassen.
rechterluidsprekers aanpassen.
FAD (fader)
Het relatieve geluidsniveau tussen de voor- en
achterluidsprekers aanpassen.
achterluidsprekers aanpassen.
SUB (subwoofervolume)
Het volume van de subwoofer aanpassen.
AUX (AUX-niveau)*
2
Het volume aanpassen voor elk aangesloten
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
randapparaat: "+18 dB" – "0 dB" – "–8 dB".
Bij deze instelling hoeft het volume tussen
bronnen niet worden aangepast.
*1 Als EQ3 is ingeschakeld.
*2 Als de AUX-bron is geactiveerd.
*2 Als de AUX-bron is geactiveerd.