Xerox Phaser 7500 User Guide
Afdrukken
Phaser 7500-kleurenprinter
Gebruikershandleiding
73
Aangepaste papiersoorten gebruiken
U kunt deze functie gebruiken om uw eigen aangepaste papiersoort te maken met specifieke
instellingen die u opnieuw kunt gebruiken voor routinematige afdruktaken, zoals maandelijkse
rapporten. Aangepaste papierformaten worden in CentreWare IS gemaakt en worden weergegeven
in het printerstuurprogramma, op het bedieningspaneel en in CentreWare IS. U kunt maximaal
5 aangepaste namen definiëren en er basispapiersoorten aan toewijzen. Op het bedieningspaneel
worden altijd alle vijf de soorten vermeld, maar in het stuurprogramma worden alleen de soorten
vermeld die niet verborgen zijn.
instellingen die u opnieuw kunt gebruiken voor routinematige afdruktaken, zoals maandelijkse
rapporten. Aangepaste papierformaten worden in CentreWare IS gemaakt en worden weergegeven
in het printerstuurprogramma, op het bedieningspaneel en in CentreWare IS. U kunt maximaal
5 aangepaste namen definiëren en er basispapiersoorten aan toewijzen. Op het bedieningspaneel
worden altijd alle vijf de soorten vermeld, maar in het stuurprogramma worden alleen de soorten
vermeld die niet verborgen zijn.
Opmerking:
Alleen in Windows- of Macintosh-stuurprogramma's die via een netwerk zijn verbonden,
worden de opnieuw gedefinieerde namen weergegeven en de soorten verborgen. In andere
stuurprogramma's worden alle vijf standaardnamen weergegeven.
stuurprogramma's worden alle vijf standaardnamen weergegeven.
Zo kunt u aangepaste papiersoorten wijzigen:
1. Start uw webbrowser.
2. Voer het IP-adres van de printer in het veld
Address (Adres) van de browser in.
3. Klik op
Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer de map
General (Algemeen) op het linkernavigatiepaneel.
5. Selecteer
Custom Paper Types (Aangepaste papiersoorten).
6. Selecteer of wijzig de printerinstellingen en klik op
Save Changes (Wijzigingen opslaan) onder aan
de pagina.
Opmerkingen:
•
Schakel het selectievakje
Hide (Verbergen) uit zodat de aangepaste papiersoort wordt
weergegeven in het via een netwerk verbonden Windows- of Macintosh-printerstuurprogramma.
•
Voor meer informatie over het maken van aangepaste papiersoorten kunt u de online Help
raadplegen door op de knop
raadplegen door op de knop
Help in het tabblad Properties (Eigenschappen) te klikken.
Aangepaste papiersoorten in de printer plaatsen:
1. Plaats het papier in de gewenste lade.
2. Als u via het bedieningspaneel wordt gevraagd de soort en het formaat van het papier in de lade te
bevestigen, selecteert u
Instellingen wijzigen. Vervolgens drukt u op OK.
3. Selecteer de juiste papiersoort en druk op
OK.
4. Selecteer het juiste papierformaat en druk op
OK.
Aangepaste papiersoorten selecteren in het printerstuurprogramma:
Windows 2000 of later
1. Selecteer het tabblad
1. Selecteer het tabblad
Papier/aflevering.
2. Klik op de knop rechts van
Papier en selecteer Andere soort.
3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst de aangepaste papiersoort die u wilt gebruiken.
4. Klik op de knop
OK.