Xerox Phaser 7100 User Guide

Page of 136
Installatie en instellingen 
 
26 
Phaser 7100-kleurenprinter 
 
Handleiding voor de gebruiker 
 
Overzicht van installatie en instellingen 
Controleer voordat u gaat afdrukken of de stekkers van de computer en de printer in het stopcontact 
zijn gestoken, of de computer en de printer zijn ingeschakeld en op elkaar zijn aangesloten. 
Configureer de eerste instellingen van de printer en installeer vervolgens de driversoftware en 
hulpprogramma's op uw computer. 
U kunt ook met behulp van USB een rechtstreekse verbinding met uw printer maken, of met een 
Ethernet-kabel of een draadloze verbinding een verbinding over het netwerk opzetten. De vereisten 
voor hardware en bekabeling zijn afhankelijk van de verschillende verbindingsmethoden. Routers, 
netwerkhubs, netwerkschakelaars, modems, Ethernet- en USB-kabels zijn niet bij uw printer 
inbegrepen en moeten apart worden aangeschaft. Xerox raadt een Ethernetverbinding aan, omdat 
deze meestal sneller is dan een USB-verbinding en rechtstreeks toegang verschaft tot 
printerinstellingen via CentreWare Internet Services. 
Voor meer informatie over het configureren van de printerinstellingen raadpleegt u de 
System 
Administrator Guide (Handleiding voor de systeembeheerder) op 
. 
 
Een plaats kiezen voor de printer 
1.  Kies een stofvrije plaats met temperaturen tussen de 10 en 32°C (50 - 90 °F) en een relatieve 
luchtvochtigheid tussen 15 en 85%. 
 
Opmerking: 
Plotselinge temperatuurverschillen kunnen van invloed zijn op de afdrukkwaliteit. Als 
een koude ruimte snel wordt verwarmd, kan er condensatie optreden in het apparaat, hetgeen direct 
van invloed is op de beeldoverdracht. 
 
2.  Plaats de printer op een vlak, stevig en niet-trillend oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht 
van de printer te dragen. De printer moet horizontaal staan, met de vier voetjes stevig op het 
oppervlak. Zie 
Fysieke specificaties
 op pagina 120 als u het gewicht voor uw printerconfiguratie 
wilt vinden. Selecteer een locatie met voldoende ruimte voor toegang tot verbruiksartikelen en 
voor voldoende ventilatie. Zie 
Ruimtevereisten
 op pagina 121 om de vereisten voor de ruimte 
rondom uw printer op te zoeken. 
Nadat u de printer hebt geplaatst, kunt u deze aansluiten op het stoomnet, en op de computer of het 
netwerk. 
 
Een aansluitmethode selecteren 
De printer kan worden verbonden via een USB-kabel, een Ethernetkabel of een optionele draadloze 
netwerkadapter van Xerox
®
. De methode die u nodig hebt, is afhankelijk van of uw computer wel of 
niet is verbonden met een netwerk. 
 
Opmerking: 
De draadloze netwerkadapter wordt op de Ethernet-aansluiting aangesloten en 
vervangt de Ethernet-kabel. Ethernet en USB kunnen gelijktijdig worden gebruikt. 
 
Een USB-verbinding is een directe verbinding en is het gemakkelijkst om in te stellen. Als u gebruik 
maakt van een netwerk, hebt u een ethernetverbinding nodig. Als u een netwerkverbinding gebruikt, 
is het belangrijk dat u weet hoe uw computer met het netwerk is verbonden.