Xerox Phaser EX7750 Leaflet

Page of 126
2
2-5
Kiezen van kleuren
Kleurmodellen
Kleuren kunnen in verschillende kleurmodellen worden gedefinieerd. De meest 
bekende zijn RGB, CMYK en het steunkleuraanpassingssysteem (zoals PANTONE). 
Afhankelijk van de toepassing die u gebruikt, kunt u het kleurmodel wel of niet kiezen. 
-kleuren worden gebruikt voor de uitvoer vanaf een RGB-apparaat, 
bijvoorbeeld een digitale camera of een scanner. Het RGB-kleurmodel wordt ook 
gebruikt voor het weergeven van kleuren op een beeldscherm.
-kleuren zijn de kleuren die de meeste printers gebruiken.
, zoals PANTONE, zijn speciale inktsoorten die zijn vervaardigd voor 
gebruik op een offsetdrukpers. Steunkleuren kunnen worden gesimuleerd met 
behulp van CMYK-toners (ook bekend als 
inkt). Met de afdrukoptie 
Steunkleuraanpassing kunt u bepalen hoe steunkleuren worden afgedrukt op 
de Kleurenserver:
Als Steunkleuraanpassing is ingesteld op Aan
, worden de in de Kleurenserver 
ingebouwde kleurtabellen gebruikt om de steunkleur te simuleren op basis van het 
best vergelijkbare equivalent dat beschikbaar is met de CMYK-toners van de 
kopieermachine/printer die is aangesloten op de Kleurenserver. 
Als Steunkleuraanpassing is ingesteld op Uit
, krijgt de Kleurenserver de instructie 
om de steunkleur te simuleren op basis van CMYK-equivalenten die zijn 
gedefinieerd door de fabrikant van de steunkleur. Deze komen overeen met de 
CMYK-waarden die zijn gedefinieerd in toepassingen die steunkleurbibliotheken 
bevatten. Deze CMYK-combinatie wordt vervolgens afgedrukt met de door u 
ingestelde CMYK-simulatie, bijvoorbeeld 
Het door uw toepassing gebruikte kleurmodel bepaalt de beschikbare methoden 
voor het kiezen van kleuren, alsook de manier waarop kleurgegevens worden 
verzonden naar de Kleurenserver:
Kantoortoepassingen
, zoals presentatiesoftware, spreadsheets en tekstverwerkings-
programma’s, gebruiken het RGB-kleurmodel. Deze toepassingen verzenden 
doorgaans alleen RGB-gegevens naar de Kleurenserver.