Xerox Phaser EX7750 Leaflet

Page of 222
2
2-13
De grafische interface aanpassen
E
EN
 
OPMAAKSTIJL
 
KIEZEN
Kies de optie Soorten opmaak in het menu Venster, en kies vervolgens een 
opmaakstijl in het submenu dat wordt weergegeven.
U kunt kiezen uit drie vooraf ingestelde soorten opmaak (Standaard, Stijl 1, of Stijl 2) 
en drie aangepaste soorten opmaak. Zie 
 voor een beschrijving van de 
onderdelen van elke vooraf gedefinieerde opmaak.
De weergaveconfiguraties van de drie aangepaste opmaakstijlen kunt u zelf definiëren 
en wijzigen. Raadpleeg de volgende sectie voor meer informatie.
Onderdelen weergeven, verbergen en schikken
Met de opdrachten in het menu Venster kunt u een groot aantal onderdelen 
afzonderlijk weergeven of verbergen. U kunt onderdelen ook naar andere locaties 
slepen en bepaalde onderdelen naast elkaar dokken.
O
PMERKING
Het is niet mogelijk de menubalk en het venster Actieve taken te 
verbergen of naar een andere locatie te slepen. Deze onderdelen zijn altijd zichtbaar 
in het scherm van Command WorkStation of Command WorkStation LE.
E
EN
 
ONDERDEEL
 
WEERGEVEN
 
OF
 
VERBERGEN
Kies de opdracht voor het onderdeel in het menu Venster.
Een onderdeel wordt weergegeven als in het menu Venster een vinkje wordt 
weergegeven voor de bijbehorende opdracht.
E
EN
 
ONDERDEEL
 
VERPLAATSEN
Klik op de venstergreep (drie verticale lijnen) aan de linkerkant van de titelbalk van 
het onderdeel (Command WorkStation), of klik op de titelbalk van het onderdeel 
(Command WorkStation LE), en sleep het venster naar de gewenste locatie.
Niet-gedokte onderdelen zweven vóór andere onderdelen en worden weergegeven met 
standaard vensterkaders. U kunt de lege titelbalk van het venster verslepen om het 
onderdeel te verplaatsen of u kunt de randen van het venster verslepen om het formaat 
van het onderdeel aan te passen. Klik in het sluitvak van het venster om het onderdeel 
te verbergen.
O
PMERKING
Als het venster Taken is gedokt, kunt u het vensterformaat verticaal 
aanpassen door de bovenrand te slepen.