Xerox Phaser EX7750 Leaflet
3
3-27
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
FreeForm-modellen gebruiken met taken met variabele gegevens
Als gebruikers een taak met variabele gegevens willen afdrukken met een bepaald
FreeForm-model, moeten ze een nummer opgeven voor de afdrukinstelling Model
gebruiken. Gebruikers kunnen een nummer opgeven tussen 1 en 15. Alleen de
operator kan vanuit het dialoogvenster Taakeigenschappen modelnummers tussen
16 en 100 opgeven met vervangende taakinstellingen.
FreeForm-model, moeten ze een nummer opgeven voor de afdrukinstelling Model
gebruiken. Gebruikers kunnen een nummer opgeven tussen 1 en 15. Alleen de
operator kan vanuit het dialoogvenster Taakeigenschappen modelnummers tussen
16 en 100 opgeven met vervangende taakinstellingen.
D
E
AFDRUKINSTELLING
M
ODEL
GEBRUIKEN
WIJZIGEN
1.
Selecteer in het venster Actieve taken de geblokkeerde taak met de variabele
elementen van het document en kies Eigenschappen in het menu Acties.
elementen van het document en kies Eigenschappen in het menu Acties.
2.
Blader naar FreeForm in het dialoogvenster Taakeigenschappen.
3.
Voor de afdrukinstelling Model gebruiken geeft u de FreeForm-hoofdtaak op die u als
hoofdtaakdocument wilt gebruiken.
hoofdtaakdocument wilt gebruiken.
4.
Klik op OK.
5.
Klik in Command WorkStation op Voorbeeld model om een voorbeeld van het
opgegeven model weer te geven.
opgegeven model weer te geven.
6.
Klik op OK.
7.
Kies de optie Verwerken en blokkeren, Afdrukken, of Afdrukken en blokkeren in het
menu Acties om een bestemmingaan de taak toe te kennen.
menu Acties om een bestemmingaan de taak toe te kennen.
Vooral bij een taak met variabele gegevens is het raadzaam de taak te verwerken en
te blokkeren, zodat u het resultaat kunt bekijken voordat u het document afdrukt.
te blokkeren, zodat u het resultaat kunt bekijken voordat u het document afdrukt.
Tips voor het gebruik van FreeForm
In omgevingen waar slechts weinig gebruikers FreeForm-taken afdrukken, kan
de operator bepaalde nummers voor FreeForm-modellen aan specifieke gebruikers
toewijzen, zodat zij de modelnummers zelf kunnen beheren. Gebruikers kunnen
vervolgens met de afdrukoptie Model maken nieuwe modellen toewijzen of bestaande
modellen overschrijven. Gebruikers kunnen de operator ook vragen nieuwe nummers
(groter dan 15) toe te wijzen voor FreeForm-modellen die zij beschikbaar willen
houden op de EX7750.
de operator bepaalde nummers voor FreeForm-modellen aan specifieke gebruikers
toewijzen, zodat zij de modelnummers zelf kunnen beheren. Gebruikers kunnen
vervolgens met de afdrukoptie Model maken nieuwe modellen toewijzen of bestaande
modellen overschrijven. Gebruikers kunnen de operator ook vragen nieuwe nummers
(groter dan 15) toe te wijzen voor FreeForm-modellen die zij beschikbaar willen
houden op de EX7750.