Xerox Phaser EX7750 Leaflet

Page of 222
3
3-27
Documenten met variabele gegevens afdrukken met FreeForm
FreeForm-modellen gebruiken met taken met variabele gegevens
Als gebruikers een taak met variabele gegevens willen afdrukken met een bepaald 
FreeForm-model, moeten ze een nummer opgeven voor de afdrukinstelling Model 
gebruiken. Gebruikers kunnen een nummer opgeven tussen 1 en 15. Alleen de 
operator kan vanuit het dialoogvenster Taakeigenschappen modelnummers tussen 
16 en 100 opgeven met vervangende taakinstellingen.
D
E
 
AFDRUKINSTELLING
 M
ODEL
 
GEBRUIKEN
 
WIJZIGEN
1.
Selecteer in het venster Actieve taken de geblokkeerde taak met de variabele 
elementen van het document en kies Eigenschappen in het menu Acties.
2.
Blader naar FreeForm in het dialoogvenster Taakeigenschappen.
3.
Voor de afdrukinstelling Model gebruiken geeft u de FreeForm-hoofdtaak op die u als 
hoofdtaakdocument wilt gebruiken.
4.
Klik op OK.
5.
Klik in Command WorkStation op Voorbeeld model om een voorbeeld van het 
opgegeven model weer te geven.
6.
Klik op OK.
7.
Kies de optie Verwerken en blokkeren, Afdrukken, of Afdrukken en blokkeren in het 
menu Acties om een bestemmingaan de taak toe te kennen.
Vooral bij een taak met variabele gegevens is het raadzaam de taak te verwerken en 
te blokkeren, zodat u het resultaat kunt bekijken voordat u het document afdrukt.
Tips voor het gebruik van FreeForm
In omgevingen waar slechts weinig gebruikers FreeForm-taken afdrukken, kan 
de operator bepaalde nummers voor FreeForm-modellen aan specifieke gebruikers 
toewijzen, zodat zij de modelnummers zelf kunnen beheren. Gebruikers kunnen 
vervolgens met de afdrukoptie Model maken nieuwe modellen toewijzen of bestaande 
modellen overschrijven. Gebruikers kunnen de operator ook vragen nieuwe nummers 
(groter dan 15) toe te wijzen voor FreeForm-modellen die zij beschikbaar willen 
houden op de EX7750.