Xerox Phaser 6022 User Guide

Page of 140
Bezig met afdrukken 
 
80 
Xerox
®
Phaser
®
 6022-printer 
 
Gebruikershandleiding 
 
4.
  In het dialoogvenster Aangepast papierformaat selecteert u de maateenheden. 
5.
  In het deel Instellingen aangepast formaat specificeert u het formaat voor de korte kant en de 
lange kant van het papier. 
6.
  Selecteer het selectievakje Papierformaat naam geven, typ een naam in het dialoogvenster 
Papiernaam en klik dan op 
OK
7.
  Klik in het dialoogvenster Eigenschappen op OK
Het aangepaste formaat verschijnt in de lijst Papierformaat van het venster Eigenschappen in 
de printerdriver. 
 
Een aangepast papierformaat definiëren voor Macintosh 
1.
  Selecteer Bestand > Pagina-instelling in de toepassing van waaruit u gaat afdrukken. 
2.
  In de vervolgkeuzelijst Stel in voor selecteert u de printer. 
3.
  In de vervolgkeuzelijst Papierformaat selecteert u Beheer aangepaste formaten
4.
  In het venster Aangepaste papierformaten klikt u op de plustoets (+) om het nieuwe aangepaste 
formaat toe te voegen. 
5.
  Voer de breedte en hoogte van het aangepaste papierformaat in. 
6.
  Selecteer de printer in de vervolgkeuzelijst voor het niet-afdrukbare gebied. 
7.
  Dubbelklik op Naamloos en typ een naam voor het nieuwe aangepaste formaat. 
8.
  Klik op OK om het venster Aangepaste papierformaten te sluiten. 
9.
  Klik op OK om het venster met de pagina-instellingen te sluiten. 
Het nieuwe aangepaste formaat is beschikbaar in de vervolgkeuzelijst Papierformaat van de 
printerdriver en in Pagina-instelling. 
 
Opmerking: 
Als u het aangepaste papierformaat wilt gebruiken, selecteert u 
Pagina-instelling en 
kiest u het aangepaste formaat dat u hebt gemaakt in de vervolgkeuzelijst Papierformaat. 
 
 
Afdrukken op papier van aangepast formaat 
 
Opmerking: 
Voordat u op een aangepast papierformaat afdrukt, gebruikt u de toepassing 
Aangepaste papierformaten in de printereigenschappen om het aangepaste formaat te definiëren. 
Zie 
Aangepaste papierformaten opgeven
 op pagina 79 voor meer informatie. 
 
 
Afdrukken op een aangepast papierformaat met Windows 
1.
  Plaats het aangepaste papier in de lade. 
2.
  Klik in de applicatie op Bestand > Afdrukken en selecteer uw printer. 
3.
  Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen
4.
  Selecteer op het tabblad Papier/Aflevering in de vervolgkeuzelijst Papierformaat het gewenste 
aangepaste papierformaat. 
 
Opmerking: 
Als u op papier met een aangepast formaat afdrukt, definieert u het aangepaste 
formaat in de printereigenschappen voordat u met afdrukken begint. 
 
5.
  Selecteer de papiersoort in de vervolgkeuzelijst met papiersoorten. 
6.
  Selecteer eventuele andere gewenste opties en klik vervolgens op OK
7.
  Klik in het dialoogvenster Afdrukken op OK om te beginnen met afdrukken.