Xerox Phaser 6600 User Guide

Page of 182
Installatie en instellingen 
 
 
Phaser 6600-kleurenprinter 
39 
 
Handleiding voor de gebruiker 
 
14.  Om een overzicht van de IP-instellingen af te drukken, klikt u op Printerinstellingen afdrukken
15.  Klik op Voltooien
Wanneer de printer opnieuw wordt gestart, wordt de informatie uit het Hulpprogramma 
printerinstellingen gebruikt om een verbinding met de draadloze router tot stand te brengen. 
16.  Als de ethernetkabel op de printer is aangesloten, moet u deze ontkoppelen. 
17.  Wacht circa twee minuten en druk vervolgens een configuratie-overzicht af om de verbinding te 
controleren. 
Als de printer geen verbinding met het draadloze netwerk tot stand brengt, controleert u de 
netwerkinformatie en probeert u het nogmaals. 
 
De printer instellen voor draadloze LAN WPA-Enterprise 
WPA-Enterprise-codering wordt alleen ondersteund als Infrastructuur is geselecteerd als Netwerktype in 
het gedeelte Wi-Fi-instellingen. 
Opmerking: 
Om digitale certificaten te beheren, schakelt u Gegevenscodering vaste schijf en 
HTTPS-communicatie in. 
1. 
Importeer het certificaat dat voor de draadloze LAN moet worden gebruikt. Zie 
Een digitaal 
certificaat importeren
 op pagina 63 voor meer informatie. 
Opmerking: 
Gebruik Internet Explorer om het certificaat uit Windows te importeren. Gebruik Safari 
om certificaten uit Macintosh te importeren. 
2. 
Configureer het doeleinde van het digitale certificaat (server- of basiscertificaat) voor draadloze LAN. 
Zie 
Doeleinde van het digitale certificaat configureren
 op pagina 63 voor meer informatie. 
3. 
Controleer de Certificeringsinstanties binnen elke categorie. Zie 
Doeleinde van het digitale 
certificaat controleren
 op pagina 64 voor meer informatie. 
4. 
Configureer WPA-Enterprise voor PEAPVO-MS-CHAPV2, EAP-TLS, EAP-TTLS PAP of 
EAP-TTLS CHAP. 
a. 
Open een webbrowser op uw computer, typ het IP-adres van de printer in het adresveld en druk 
dan op Enter of Return
b. 
Klik op Eigenschappen
c. 
Blader in het linkerdeelvenster omlaag naar Fysieke verbinding en selecteer Wi-Fi
d. 
Configureer de SSID
e. 
Selecteer Infrastructuur bij Netwerktype. 
f. 
Selecteer een van de volgende opties in het gedeelte Beveiligingsinstellingen: 
• 
WPA-Enterprise-AES/WPA2-Enterprise-AES 
• 
WPA-Enterprise-TKIP 
g. 
In het gedeelte WPA-Enterprise configureert u de EAP-identiteit, Aanmeldingsnaam en 
Toegangscode. 
h. 
Selecteer een van de volgende optie in de lijst Verificatiemethode: 
• 
PEAPVO-MS-CHAPV2 
• 
EAP-TLS 
• 
EAP-TTLS PAP 
• 
EAP-TTLS CHAP 
i. 
Klik op Wijzigingen opslaan