Xerox Phaser 3250 User Guide
5.3
<Afdrukmateriaal plaatsen>
Formaten van afdrukmaterialen die in elke modus
worden ondersteund
worden ondersteund
Richtlijnen voor het kiezen en bewaren van
afdrukmaterialen
afdrukmaterialen
Neem de volgende richtlijnen in acht wanneer u papier, enveloppen of
andere afdrukmaterialen kiest:
andere afdrukmaterialen kiest:
• Gebruik alleen afdrukmaterialen die voldoen aan de specificaties
in de volgende kolom.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, gekreukeld
of gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Voor een optimale afdrukkwaliteit gebruikt u uitsluitend hoogwaardig
kopieerpapier dat speciaal wordt aanbevolen voor laserprinters.
• Vermijd de volgende typen afdrukmateriaal:
- papier met reliëf, perforaties of een oppervlak dat te ruw of te glad is,
- wisbaar bankpostpapier,
- kettingpapier,
- wisbaar bankpostpapier,
- kettingpapier,
- synthetisch papier en warmtegevoelig papier,
- zelfdoorschrijvend en calqueerpapier.
- zelfdoorschrijvend en calqueerpapier.
• Bij het gebruik van deze papiersoorten kan het papier vastlopen,
kunnen er chemicaliën vrijkomen en kan de printer schade oplopen.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking totdat u ze gebruikt. Bewaar
ze op pallets of planken, niet op de vloer. Plaats geen zware
voorwerpen bovenop het papier, ongeacht of het zich in de
verpakking bevindt. Vermijd vocht of andere omstandigheden
waardoor het papier kan gaan krullen of kreuken.
voorwerpen bovenop het papier, ongeacht of het zich in de
verpakking bevindt. Vermijd vocht of andere omstandigheden
waardoor het papier kan gaan krullen of kreuken.
• Bewaar ongebruikt afdrukmateriaal bij een temperatuur tussen 15 en
30 °C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10 en 70% liggen.
• Bewaar ongebruikte afdrukmaterialen in een vochtbestendige
verpakking, zoals een plastic doos of zak, om te voorkomen dat
het papier door vocht en stof wordt aangetast.
het papier door vocht en stof wordt aangetast.
• Voer speciale typen afdrukmateriaal vel voor vel in via de handmatige
invoer om te voorkomen dat deze vastlopen.
• U kunt voorkomen dat afdrukmaterialen, zoals transparanten en
vellen met etiketten, aan elkaar blijven kleven door elk vel te
verwijderen zodra het is afgedrukt.
verwijderen zodra het is afgedrukt.
Modus
Formaat
Invoer
Enkelzijdig
afdrukken
afdrukken
Het apparaat ondersteunt
alle formaten
alle formaten
• lade 1
• handmatige invoer
• handmatige invoer
Dubbelzijdig
afdrukken
afdrukken
a
a. 75 tot 90 g/m
2
enkel.
Letter, A4, Legal, Folio,
Oficio
Oficio
• lade 1
• handmatige invoer
• handmatige invoer
Opgepast
De bovenklep kan warm worden wanneer u achtereenvolgens
20 enveloppen bedrukt. Wees voorzichtig.
20 enveloppen bedrukt. Wees voorzichtig.
Richtlijnen voor speciale afdrukmaterialen
Type
Richtlijnen
Enveloppen
• Of enveloppen naar behoren worden bedrukt, is
afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met
de volgende factoren:
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met
de volgende factoren:
- Gewicht: het enveloppapier mag niet meer dan
90 g/m
2
wegen, anders kunnen papierstoringen
optreden.
- Ontwerp: voordat u afdrukt, moeten de
enveloppen plat liggen met een krul van minder
dan 6 mm en mogen ze geen lucht bevatten.
dan 6 mm en mogen ze geen lucht bevatten.
- Toestand: de enveloppen mogen niet gekreukt,
gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
- Temperatuur: gebruik enveloppen die bestand
zijn tegen de warmte en druk van de printer
tijdens het afdrukken.
tijdens het afdrukken.
• Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met
scherpe vouwen.
• Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
• Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes,
knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding,
zelfklevende sluitingen of andere synthetische
materialen.
zelfklevende sluitingen of andere synthetische
materialen.
• Gebruik geen beschadigde enveloppen
of enveloppen van slechte kwaliteit.
• Controleer of de naad aan beide uiteinden van
de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek.
• Enveloppen met een verwijderbare strip of met
meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten
van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende
0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur
van de printer. Raadpleeg de specificaties van
uw apparaat voor de fixeertemperatuur (zie
pagina 11.1). De extra kleppen en strips
kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen
veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid
beschadigen.
van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende
0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur
van de printer. Raadpleeg de specificaties van
uw apparaat voor de fixeertemperatuur (zie
pagina 11.1). De extra kleppen en strips
kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen
veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid
beschadigen.
• Voor de beste afdrukkwaliteit moeten de marges
minimaal 15 mm van de rand van de envelop
blijven.
blijven.
• Druk niet af op de plaats waar de naden van
de envelop samenkomen.
Aanvaardbaar
Onaanvaardbaar