Xerox Phaser 5500 User Guide
Geavanceerde opties
Phaser® 5500-laserprinter
2-77
5.
Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking
Als u in het veld Wachtwoord van het stuurprogramma minder dan vier cijfers hebt
ingevoerd, voert u via het voorpaneel nullen in vóór het wachtwoord om het
wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma hebt ingevoerd, voert u
ingevoerd, voert u via het voorpaneel nullen in vóór het wachtwoord om het
wachtwoord aan te vullen tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het
stuurprogramma hebt ingevoerd, voert u
0222
in op het voorpaneel. Gebruik de knop
Terug om naar een vorig cijfer terug te keren.
6.
Als er meer dan één beveiligde afdruktaak met een wachtwoord is ingevoerd, selecteert u
de gewenste taak of selecteert u
de gewenste taak of selecteert u
Allemaal
en drukt u op de knop OK.
7.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
of
Verwijderen
en druk op de knop OK om af te
drukken of te verwijderen.
Persoonlijke afdruktaken afdrukken of verwijderen
Voor het afdrukken van een persoonlijke afdruktaak selecteert u uw gebruikersnaam op het
voorpaneel van de printer:
voorpaneel van de printer:
1.
Selecteer
Walk-Up-afdrukken
en druk op de knop OK.
2.
Selecteer
Persoonlijke afdruktaken
en druk op de knop OK.
3.
Blader naar uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
of
Verwijderen
en druk op de knop OK om alle
persoonlijke afdruktaken voor uw gebruikersnaam af te drukken.
Testafdrukken en opgeslagen afdruktaken afdrukken of verwijderen
Als u een opgeslagen afdruktaak of de resterende exemplaren van een testafdruk wilt
afdrukken, selecteert u de naam van de taak op het voorpaneel van de printer:
afdrukken, selecteert u de naam van de taak op het voorpaneel van de printer:
1.
Selecteer
Walk-Up-afdrukken
en druk op de knop OK.
2.
Selecteer
Testafdruktaken
of
Opgeslagen afdruktaken
en druk op de knop OK.
3.
Blader naar de taaknaam en druk op de knop OK.
4.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
(voor testafdrukken),
Verwijderen
of
Afdrukken en opslaan
(voor opgeslagen afdrukken) en druk op de knop OK.
5.
Schuif wanneer u bezig bent met afdrukken naar het gewenste aantal exemplaren en druk
op de knop OK om de taak af te drukken.
op de knop OK om de taak af te drukken.