Xerox Phaser 5500 User Guide

Page of 256
Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003
Phaser® 5500-laserprinter
3-17
De printer toevoegen
1.
Klik op het bureaublad achtereenvolgens op Start en Instellingen.
2.
Selecteer een van de volgende opties:
In Windows 2000 klikt u op Printers, dubbelklikt u op Printer toevoegen om de 
wizard Printer toevoegen te starten en klikt u op Volgende
In Windows XP of Windows Server 2003 klikt u op Printers en faxapparaten
Dubbelklik op Printer toevoegen om de wizard Printer toevoegen te starten en 
klik op Volgende
3.
Klik eerst op de knop Lokale printer en vervolgens op Volgende.
4.
Klik op de knop Een nieuwe poort maken.
5.
Selecteer Standaard-TCP/IP-poort in de vervolgkeuzelijst Nieuw poorttype en 
klik op Volgende.
6.
Klik op Volgende.
7.
Klik in het invoervak Printernaam of IP-adres en typ het IP-adres van de printer die 
u wilt gebruiken. Klik op Volgende.
8.
Selecteer een van de volgende opties:
Als de gegevens correct zijn, klikt u in het bevestigingsvenster op Voltooien.
Als de gegevens onjuist zijn, klikt u op de knop Vorige om de gegevens te wijzigen. 
Wanneer de gegevens correct zijn, klikt u in het bevestigingsvenster op Voltooien.
De printer configureren
1.
Plaats de Cd-rom met printerinstallatieprogramma en hulpprogramma’s in het cd-rom-
station van de computer en klik op Bladeren.
2.
Klik op de bladerknop en selecteer de map waarin de Windows 2000- of Windows XP-
stuurprogramma’s zich bevinden.
3.
Selecteer het bestand *.inf en klik op Openen
4.
Controleer of het pad en de bestandsnaam correct zijn en klik op OK
5.
Voer een naam voor de printer in en geef aan of deze printer de standaardprinter is. 
Klik op Volgende.
6.
Selecteer een van de volgende opties:
Als de printer niet wordt gedeeld, klikt u op Volgende.
Als de printer wel wordt gedeeld, voert u een sharenaam in, schakelt u het 
selectievakje Delen in en klikt u op Volgende.
Een testpagina afdrukken
U wordt gevraagd of u een testpagina wilt afdrukken.
1.
Selecteer een van de volgende opties:
Klik eerst op Ja en vervolgens op Volgende als u een testpagina wilt afdrukken.
Klik eerst op Nee en vervolgens op Volgende als u geen testpagina wilt afdrukken.
2.
Selecteer een van de volgende opties in het venster De wizard Printer toevoegen
Als de gegevens correct zijn, klikt u op de knop Voltooien. Ga door naar stap 3.
Als de gegevens onjuist zijn, klikt u op de knop Vorige om de gegevens te wijzigen. 
Wanneer de gegevens correct zijn, klikt u in het venster De wizard Printer toevoegen 
op Voltooien. Ga door naar stap 3.