Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 227
Voorbereiding op installatie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
28
e.
Herhaal stap a-d met behulp van het IP-adres en de volledige hostnaam van de apparaten 
die u van plan bent te configureren voor gebruik met SMARTsend.
Bestands- en printerdeling inschakelen
De SMARTsend-computer moet worden geconfigureerd om bestands- en printerdeling voor Microsoft-
netwerken in te schakelen en poort 139 moet beschikbaar zijn. Configureer met behulp van de 
volgende procedure bestands- en printerdeling op de SMARTsend-computer:
Zo configureert u bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken: 
1.
Klik op de SMARTsend-computer Start > Instellingen > Configuratiescherm aan.
2.
Selecteer de optie Netwerkverbindingen.
3.
Klik met de rechtermuisknop op de betreffende netwerkadapter en selecteer Eigenschappen.
4.
Selecteer de optie voor Bestands- en printerdeling voor Microsoft-netwerken. Deze optie is 
standaard ingeschakeld.
5.
Klik op OK om eventuele wijzigingen op te slaan.
Zo configureert u bestands- en printerdeling voor Microsoft Vista:
1.
Klik op de SMARTsend-computer op Start > Instellingen > Configuratiescherm.
2.
Selecteer het pictogram Netwerkcentrum.
3.
Zoek Bestandsdeling op. Klik op de toets Uit en selecteer de optie AAN om het delen van 
bestanden in te schakelen.
4.
Zoek Printerdeling op. Klik op de toets Uit en selecteer de optie AAN om het delen van printers in 
te schakelen.
Opmerking: 
Als de zoekactie 'nslookup' mislukt, is er een probleem met de 
netwerkconnectiviteit dat moet worden opgelost voordat SMARTsend wordt 
geïnstalleerd. Als de zoekactie voor het IP-adres lukt maar die voor de DNS-naam 
mislukt, moet u de configuratie van de DNS-naamresolutie controleren. Op dezelfde 
manier moet u de configuratie van de DNS-naamresolutie controleren als de zoekactie 
voor de hostnaam niet precies hetzelfde resultaat oplevert als die voor het IP-adres. 
Breng waar nodig wijzigingen in de DNS-naamresolutie aan en voer een nieuwe test uit 
met nslookup om de DNS-configuratie te verifiëren.
Opmerking: 
De volgende voorbeeldprocedure is op een server met Windows 2000 
gebaseerd.