Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Site-configuratie
SMARTsend
Handleiding voor installatie en beheer
75
Beveiligingsinstellingen controleren
Met de koppeling Beveiligingsinstellingen controleren kunt u beveiligingsopties configureren voor
toegang tot SMARTsend via een toegangscode, apparaatverificatie en PaperWare-formulieren
(Professional-editie). Raadpleeg Hoofdstuk 9,
toegang tot SMARTsend via een toegangscode, apparaatverificatie en PaperWare-formulieren
(Professional-editie). Raadpleeg Hoofdstuk 9,
voor aanvullende informatie.
Algemene sitebeveiliging
Het algemene sitebeveiligingsbeleid heeft betrekking op een beveiligde invoer van de gegevens voor
account en toegangscode. De hier geselecteerde beveiligingsprocedures houden verband met de
verzending van deze gegevens tussen clients en SMARTsend-computer. Bij de verzending van account-
en toegangscodegegevens naar werkstroombestemmingen spelen ook nog andere factoren een rol,
bijvoorbeeld de overdrachtprotocollen die de betreffende bestemming ondersteunt. Zie Hoofdstuk 9,
account en toegangscode. De hier geselecteerde beveiligingsprocedures houden verband met de
verzending van deze gegevens tussen clients en SMARTsend-computer. Bij de verzending van account-
en toegangscodegegevens naar werkstroombestemmingen spelen ook nog andere factoren een rol,
bijvoorbeeld de overdrachtprotocollen die de betreffende bestemming ondersteunt. Zie Hoofdstuk 9,
voor aanvullende informatie.
•
Voer toegangscodes in via een beveiligde verbinding (standaardinstelling)—Gebruik deze
procedure als u SSL voor de beveiligde invoer van toegangscodes gebruikt. Xerox raadt u aan deze
instelling te activeren, zodat de accountnaam en toegangscode gecodeerd tussen clients en de
SMARTsend-computer worden uitgewisseld. Voor deze optie is een beveiligingscertificaat
benodigd, dat op voorhand dient te worden verkregen. Zie Hoofdstuk 2,
procedure als u SSL voor de beveiligde invoer van toegangscodes gebruikt. Xerox raadt u aan deze
instelling te activeren, zodat de accountnaam en toegangscode gecodeerd tussen clients en de
SMARTsend-computer worden uitgewisseld. Voor deze optie is een beveiligingscertificaat
benodigd, dat op voorhand dient te worden verkregen. Zie Hoofdstuk 2,
voor meer informatie over het verkrijgen van een beveiligingscertificaat.
•
Voer toegangscode in via een niet-beveiligde verbinding—Gebruik deze procedure als u de
invoer van toegangscodes via een niet-beveiligde verbinding laat plaatsvinden. Met deze optie
worden toegangscodes in ongecodeerde tekst tussen clients en de SMARTsend-computer
uitgewisseld.
invoer van toegangscodes via een niet-beveiligde verbinding laat plaatsvinden. Met deze optie
worden toegangscodes in ongecodeerde tekst tussen clients en de SMARTsend-computer
uitgewisseld.
Scansjabloonbeveiliging voor apparaat
Het beleid Scansjabloonbeveiliging voor apparaat wordt gebruikt om de verificatie in te stellen voor
scansjablonen die zijn verstrekt aan multifunctionele apparaten van Xerox. Bij deze
verificatieprocedures wordt ervan uitgegaan dat SMARTsend apparaten beheert die verificatie
ondersteunen en dat op deze apparaten verificatie ingeschakeld en goed geconfigureerd is, zodat
gebruikers van hetzelfde of vertrouwde domein als de SMARTsend-computer kunnen worden
geverifieerd. Deze procedures zijn niet op PaperWare-voorbladen van toepassing (Zie
scansjablonen die zijn verstrekt aan multifunctionele apparaten van Xerox. Bij deze
verificatieprocedures wordt ervan uitgegaan dat SMARTsend apparaten beheert die verificatie
ondersteunen en dat op deze apparaten verificatie ingeschakeld en goed geconfigureerd is, zodat
gebruikers van hetzelfde of vertrouwde domein als de SMARTsend-computer kunnen worden
geverifieerd. Deze procedures zijn niet op PaperWare-voorbladen van toepassing (Zie
SMARTsend ondersteunt de volgende procedures voor scansjabloonbeveiliging:
•
Verificatie op het apparaat nodig voor alle sjablonen—Gebruik deze procedure om van alle
gebruikers van SMARTsend te verlangen dat zij hun legitimatiegegevens op het multifunctionele
Xerox-apparaat invoeren wanneer openbare of privé-sjablonen worden gebruikt.
gebruikers van SMARTsend te verlangen dat zij hun legitimatiegegevens op het multifunctionele
Xerox-apparaat invoeren wanneer openbare of privé-sjablonen worden gebruikt.
Opmerking:
Indien de invoer van toegangscodes is beveiligd, codeert SMARTsend de
accountnaam en toegangscode tijdens de overdracht van de client naar de
SMARTsend-computer. Wanneer deze gegevens echter via SNMP naar het apparaat
worden verzonden, dan worden ze als ongecodeerde tekst verzonden.
SMARTsend-computer. Wanneer deze gegevens echter via SNMP naar het apparaat
worden verzonden, dan worden ze als ongecodeerde tekst verzonden.