Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Bijlage A – ondersteuning voor exporteren van opdrachtlog
4-43
Bijlage A – ondersteuning voor exporteren van
opdrachtlog
opdrachtlog
Als de SMARTsend-systeembeheerder is ingeschakeld, kan een gebruiker via de toepassing voor het
exporteren van de opdrachtlog het apparaatopdrachtlog naar FTP- en netwerkmapbestemmingen exporteren
om downstream-applicaties te ondersteunen die hier baat bij kunnen hebben. Zie Service-instellingen
configureren op pagina 4-29 voor aanvullende informatie over hoe de toepassing Exporteren van
opdrachtlog kan worden ingeschakeld.
exporteren van de opdrachtlog het apparaatopdrachtlog naar FTP- en netwerkmapbestemmingen exporteren
om downstream-applicaties te ondersteunen die hier baat bij kunnen hebben. Zie Service-instellingen
configureren op pagina 4-29 voor aanvullende informatie over hoe de toepassing Exporteren van
opdrachtlog kan worden ingeschakeld.
Met deze toepassing kunnen integrators van derden via een geldige opdrachtsjabloontaal ook aangepaste
service-informatie aan de sjabloon toe te voegen. Deze informatie wordt aan het opdrachtlog van het
apparaat gekoppeld dat vervolgens samen met de gescande afbeeldingen naar de FTP- of netwerkmaplocatie
wordt geëxporteerd.
service-informatie aan de sjabloon toe te voegen. Deze informatie wordt aan het opdrachtlog van het
apparaat gekoppeld dat vervolgens samen met de gescande afbeeldingen naar de FTP- of netwerkmaplocatie
wordt geëxporteerd.
Deze toepassing is alleen voor FTP- en netwerkmapbestemmingen beschikbaar. Werkstromen die met deze
twee bestemmingen zijn gedefinieerd en die als sjablonen of als PaperWare-voorbladen zijn gepubliceerd,
ondersteunen het exporteren van opdrachtlogs.
twee bestemmingen zijn gedefinieerd en die als sjablonen of als PaperWare-voorbladen zijn gepubliceerd,
ondersteunen het exporteren van opdrachtlogs.
Zo kunt u een FTP- of netwerkmapbestemming toevoegen die het exporteren van opdrachtlogs
ondersteunen:
ondersteunen:
1
Open een browservenster en start SMARTsend als een beheerder of als een gebruiker.
2
Ga naar de Homepage van de gebruiker. Klik op Distributiewerkstroom toevoegen onder het kopje
Werkstromen. De pagina Bestemmingen verschijnt.
Werkstromen. De pagina Bestemmingen verschijnt.
3
Zoek het kopje Netwerkmap. Klik op locaties toevoegen. Het venster Eigenschappen van
netwerkmap verschijnt.
netwerkmap verschijnt.
4
Voer een naam voor de bestemming in.
5
Voeg het mappad toe, bijvoorbeeld: \\myComputer\scans, waarbij myComputer de naam van het
apparaat is waarop de map zich bevindt, en scans de naam van een gedeelde netwerkmap.
apparaat is waarop de map zich bevindt, en scans de naam van een gedeelde netwerkmap.
6
Open Geavanceerde eigenschappen. Voer de aangepaste OST-vermeldingen (Opdrachtsjabloontaal) in.
Voorbeeld van geldige vermelding:
[doc_object cobra_general]
{
string CobraXSTKey ="6076118D91C7199D85256D9500694DDC";
string DocumentCenterCategory ="B";
string CobraVER ="CIRX.V4.5(31):";
string DiagnoseKey ="2.01";
}end
O
PMERKING
: Er kan via de Xerox-zakenpartnerprogramma's verdere informatie over OST-gebruik
worden
verkregen.
7
Klik op OK. Als de gegevens niet kunnen worden gekoppeld, wordt er een fout geproduceerd.
8
Ga verder met het definiëren van de werkstroom.
O
PMERKING
:
Het verzenden van opdrachten via internetfax wordt niet voor deze toepassing
ondersteund.