Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide

Page of 192
6-2
Scannen naar eigen bestemming
Overzicht Scannen naar eigen bestemming
Met de SMARTsend-toepassing Scannen naar eigen bestemming kunt u documenten scannen en afleveren 
aan een door een gebruiker gedefinieerde bestemming. Deze bestemming kan een netwerkmap, een FTP-site 
of een e-mailadres zijn.
Met het intuïtieve en flexibele hulpprogramma Scannen naar eigen bestemming kunt u via Microsoft 
Active Directory, LDAP, NT-domeinen of handmatige invoer toewijzingen van gebruikers naar eigen 
scanbestemmingen genereren.
Met de SMARTsend-applicatie kunt u apparaatscansjablonen voor individuele gebruikers en/of groepen 
naar een apparaat publiceren dat voor gebruik met SMARTsend is geconfigureerd.
Wanneer er eenmaal een lijst met gebruikers en directoryservicetoewijzingen zijn gegenereerd en wanneer 
deze eenmaal als een CSV-bestand zijn opgeslagen, is de exportprocedure voltooid. U kunt de SMARTsend-
applicatietoepassingen van Scannen naar eigen bestemming gebruiken om de informatie van het 
CSV-bestand naar de SMARTsend-database te kopiëren, opslaglegitimeringen te bieden en apparaatscansja-
blonen van Scannen naar eigen bestemming naar apparaten te publiceren die voor gebruik met SMARTsend 
zijn geconfigureerd. Hetzelfde CSV-bestand kan op meerdere SMARTsend-computers worden gebruikt, wat 
een grotere efficiëntie in de implementatie oplevert.
Wanneer gebruikersverificatie op het multifunctionele Xerox-apparaat is ingeschakeld of als de verificatie 
van documentkenmerkveld (metagegevens) is ingeschakeld, kan één scansjabloon opdrachten naar de 
bestemming van Scannen naar eigen bestemming van een gebruiker leiden. Er kunnen desgewenst ook 
per gebruiker individuele sjablonen voor ééntoetstoegang worden gegenereerd.
Sjablonen voor Scannen naar eigen bestemming beheren
De volgende stappen kunnen worden gevolgd om gebruikers snel in staat te stellen via SMARTsend naar 
hun homepage-bestemming te scannen.
Zo kunt u de sjablonen van Scannen naar Homepage beheren:
1
Installeer het SMARTsend-hulpprogramma Scannen naar eigen bestemming vanaf de SMARTsend-cd.
2
Gebruik het hulpprogramma Scannen naar eigen bestemming om een lijst met gebruikers, 
directoryservicetoewijzingen en corresponderende gebruikerseigenschappen te maken.
3
Gebruik het hulpprogramma Scannen naar eigen bestemming desgewenst om 
homepage-scanbestemmingen voor de gebruiker te maken en om toegangsrechten te beheren.
4
Exporteer de lijst met gebruikers en eigenschappen naar een CSV-bestand.
5
Start de SMARTsend-applicatie als een beheerder.
6
Gebruik de SMARTsend-applicatietoepassingen van Scannen naar eigen bestemming om gebruikers 
en gebruikerseigenschappen van het CSV-bestand in de SMARTsend-database te importeren.
7
Stel de publicatieopties voor Scannen naar eigen bestemming in.
8
Publiceer de sjablonen van Scannen naar eigen bestemming naar apparaten die voor gebruik met 
SMARTsend zijn geconfigureerd.
9
Stel de SMARTsend-gebruikers ervan op de hoogte dat ze nu met behulp van SMARTsend kunnen 
gaan scannen.