Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Configuratie van het scanapparaat
2-31
De standaardgrootte van het codeteken die op de PaperWare-voorbladen wordt afgedrukt, vereist
een minimale scanresolutie van 300 dpi. De instelling van de standaardresolutie voor de
standaardscansjabloon moet op ten minste 300 X 300 worden ingesteld. Deze instelling kan voor
de meeste apparaten via CentreWare Internetservices worden opgeroepen (Eigenschappen >
Services > Netwerkscannen > Standaardsjabloon).
een minimale scanresolutie van 300 dpi. De instelling van de standaardresolutie voor de
standaardscansjabloon moet op ten minste 300 X 300 worden ingesteld. Deze instelling kan voor
de meeste apparaten via CentreWare Internetservices worden opgeroepen (Eigenschappen >
Services > Netwerkscannen > Standaardsjabloon).
T
IP
:
Stel SMARTsend-gebruikers ervan op de hoogte dat de standaardsjabloon met PaperWare-
voorbladen kan worden gebruikt. Met deze optie wordt het scannen eenvoudiger, aangezien het niet
meer nodig is door de lijst met sjablonen op het apparaat te scrollen.
meer nodig is door de lijst met sjablonen op het apparaat te scrollen.
Vereisten voor apparaten waarop internetfax en e-mail zijn
ingeschakeld
ingeschakeld
De volgende apparaten waarop de internetfax en e-mail zijn ingeschakeld, kunnen met de Professionele
editie van SMARTsend worden gebruikt:
editie van SMARTsend worden gebruikt:
Apparaten waarop e-mail is ingeschakeld, zoals:
Xerox WorkCentre M20i
Xerox WorkCentre M118i
Xerox WorkCentre M24
Dezelfde specifieke POP3-emailaccount die voor de internetfax-inbox op de binnenkomende mailserver
(POP3) is gemaakt, kan voor het ontvangen van e-mail via deze apparaten worden gebruikt. Zie
Internetfaxinstellingen voor PaperWare configureren op pagina 4-23 voor aanvullende informatie.
(POP3) is gemaakt, kan voor het ontvangen van e-mail via deze apparaten worden gebruikt. Zie
Internetfaxinstellingen voor PaperWare configureren op pagina 4-23 voor aanvullende informatie.
Alle internetfaxapparaten met ondersteuning voor RFC 2301-bestandsindelingsprofielen S, F, of C,
inclusief:
inclusief:
Xerox WorkCentre Pro 685/785
Xerox WorkCentre Pro 416Si
De volgende configuratievereisten zijn op alle internetfaxapparaten van toepassing:
TCP/IP moet ingeschakeld en correct zijn geconfigureerd.
Een DNS-hostnaam, statisch IP-adres of DHCP moet zijn geconfigureerd (vereisten variëren per
fabrikant).
fabrikant).
Simple Mode Internet Fax moet beschikbaar zijn (Extended Mode wordt niet ondersteund door
SMARTsend).
SMARTsend).
Er moet een specifieke e-mailaccount voor het postvak IN zijn opgezet, die door de
SMARTsend-computer van de internetfax wordt gebruikt.
SMARTsend-computer van de internetfax wordt gebruikt.
Raadpleeg voor specifieke netwerkconfiguratie-eisen de documentatie die door de fabrikant van het
internetfaxapparaat is geleverd.
internetfaxapparaat is geleverd.
O
PMERKING
:
Vanwege de architectuur van de e-mailtoepassing op deze apparaten, kunnen er
enkele beperkingen voor de scanbestandsindelingen aan het scannen via deze apparaten zijn
gekoppeld. Raadpleeg Beperkingen voor apparaten waarop e-mail is ingeschakeld op pagina 2-32
voor aanvullende informatie.
gekoppeld. Raadpleeg Beperkingen voor apparaten waarop e-mail is ingeschakeld op pagina 2-32
voor aanvullende informatie.