Xerox SmartSend Support & Software Installation Guide
Optionele onderdelen installeren en configureren
3-9
Configuratievereisten voor Hummingbird
Er moet aan de volgende configuratievereisten worden voldaan om de Hummingbird DM-service voor
gebruik met SMARTsend te configureren:
gebruik met SMARTsend te configureren:
1
Hummingbird DM Server versie 5.1.0.5 moet goed zijn geïnstalleerd, geconfigureerd en goed werken.
2
De client van de Hummingbird DM versie 5.1.0.5 moet op de SMARTsend-computer worden
geïnstalleerd voordat de Hummingbird-optie aan SMARTsend kan worden toegevoegd. Nadat
de client is geïnstalleerd, start u de computer als u daarom wordt gevraagd opnieuw op.
geïnstalleerd voordat de Hummingbird-optie aan SMARTsend kan worden toegevoegd. Nadat
de client is geïnstalleerd, start u de computer als u daarom wordt gevraagd opnieuw op.
3
Wanneer de client eenmaal op de SMARTsend-computer is geïnstalleerd, moet de verbindingsmode van
DM WebTop op Intranet zijn ingesteld en moet de gewenste DM-server via de verbindingswizard voor
DM zijn gespecificeerd.
DM WebTop op Intranet zijn ingesteld en moet de gewenste DM-server via de verbindingswizard voor
DM zijn gespecificeerd.
4
Test de Hummingbird-configuratie van de SMARTsend-computer door de client te gebruiken om een
bestaande Hummingbird-bibliotheek/-map op te roepen.
bestaande Hummingbird-bibliotheek/-map op te roepen.
5
Volg de Installatie-instructies voor optionele onderdelen op pagina 3-12 om de Hummingbird-service te
installeren. Nadat u de Hummingbird-service heeft geïnstalleerd, gaat u verder naar de volgende stap
(hieronder) om het optionele Hummingbird-onderdeel te configureren.
installeren. Nadat u de Hummingbird-service heeft geïnstalleerd, gaat u verder naar de volgende stap
(hieronder) om het optionele Hummingbird-onderdeel te configureren.
6
Voer de volgende stappen uit om de Hummingbird-service te configureren:
a)
Start SMARTsend en meld u als een beheerder aan om de Homepage van Beheer op te roepen.
b)
Klik op de koppeling Service-instellingen configureren in het onderste deel van het deelvenster
Site-configuratie.
Site-configuratie.
c)
Klik op de koppeling Hummingbird.
d)
Voer de gebruikersnaam, toegangscode en domeinnaam voor een Windows-gebruikersaccount
in die op de Hummingbird-server is geconfigureerd. De SMARTsend-computer vereist een geldige
gebruikersaccount om de Hummingbird-server te kunnen oproepen.
in die op de Hummingbird-server is geconfigureerd. De SMARTsend-computer vereist een geldige
gebruikersaccount om de Hummingbird-server te kunnen oproepen.
e)
Klik op Toepassen om wijzigingen op te slaan. Zie Service-instellingen configureren op
pagina 4-29 voor aanvullende informatie.
pagina 4-29 voor aanvullende informatie.
O
PMERKING
:
Raadpleeg de installatiemedia en -documentatie die met uw Hummingbird-product
zijn geleverd voor instructies voor de clientinstallatie en configuratie.
O
PMERKING
:
De account FF_SMARTsend_User moet voor een installatie van Windows 2000
Server/Advanced beheerdersrechten worden gegeven.